BEDIENPANEEL
1
2
AUTOMATISCHE
UITSCHAKELING
Het apparaat schakelt automatisch uit, wat wordt gesignaleerd door indicatie 4.
Het apparaat schakelt
automatisch uit, wanneer:
Er te weinig water in het
onderste deel van het
apparaat zit.
Het bovenste deel
werd geopend.
Het bovenste deel niet
goed op het onderste deel
zit.
70
NL
3
4
5
Oplossing
Apparaat uitschakelen, stekker uit het stopcontact
trekken, water bijvullen en met toets 1 weer in gebruik
nemen. Zie ook "Onderhoud en reiniging", "Dagelijks"
Bovenste deel weer sluiten door op de uiteinden van
de vergrendelingsknoppen te drukken. Apparaat met
toets 1 uit- en weer inschakelen.
Bovenste deel correct op het onderste deel plaatsen.
Apparaat met toets 1 uit- en weer inschakelen.
1 Toets AAN/UIT
2 Signaallampje AAN/UIT
Brandt continu: AAN
Brandt niet: UIT
3 Indicatie ventilatorstand
1 - 2 (bij LW 15),
1 - 2 - 3 (bij LW 25 /45)
4 Indicatie automatische uitschakeling
(zie automatische uitschakeling)
5 Keuzetoets ventilatorstand
1 - 2 (bij LW 15),
1 - 2 - 3 (bij LW 25/45)