3. INSTALLATIE EN AANSLUITING (vervolg)
3.2 Warmtepomp
Plaats de pomp en openlucht en buiten een gesloten technisch locaal.
Kies een plaats die bij voorkeur zonnig is en beschut tegen harde wind.
Het toestel moet gemakkelijk toegankelijk zijn voor latere installatie- en
onderhoudswerkzaamheden.
De installatie moet beschut staan en de hieronder voorgeschreven
minimumafstanden moeten gerespecteerd worden om luchtterugvoer en
een minder goede werking van de warmtepomp te voorkomen
Installeer de warmtepomp bij voorkeur op een vlakke, niet gekoppelde
betonplaat (bijgeleverde schroeven en ringen).
De maximumafstand tussen de warmtepomp en het zwembad is 15
meter.
De totale lengte van de hydraulische leidingen is 30 meter.
De bovengrondse en ondergrondse hydraulische kanalen isoleren.
De warmtepomp moet op een minimum afstand van het bassin worden
geïnstalleerd conform de NF C 15-100 (dat wil zeggen op 3,5 m van het
waterbassin voor Frankrijk) of conform de geldende installatienormen in
andere landen.
Installeer de waterpomp niet in de buurt van een warmtebron.
In geval van installatie in regio's waar het geregeld sneeuwt, wordt
aangeraden het apparaat overdekt te installeren om te voorkomen dat er
zich sneeuw op de verdamper opstapelt.
Unit: mm
700 mm
Luchttoevoer
10
Luchtafvoer
700 mm
Luchttoevoer
Luchtafvoer
700 mm
Luchttoevoer