5-5
CONTROLES NA INSTALLATIE
Controleer na het installeren de volgende punten en vink het bijbehorende
Wordt de aangegeven voedingsspanning gebruikt?
Is de netschakelaar in het voedingscircuit ondergebracht?
Zijn de uiteinden van de bedrading van de binnenunits en de buitenunit goed in de aansluitingen gestoken?
Zijn de aansluitdraden van de binnenunits en de buitenunits stevig aangedraaid?
Zijn de voedingskabel en kabels tussen de binnenunits en de buitenunit rechtstreeks op de units aangeslo-
ten (geen tussenliggende verbindingen)?
Is de aardingskabel langer dan de andere kabels, zodat deze bij aangebrachte spanning niet los kan ko-
men?
Is de aardingskabel goed aangesloten?
Zijn de pijpen ontworpen voor gebruik met R410A of zijn ze van de aangegeven dikte?
Is op de pijpaansluitingen een lekkagetest uitgevoerd?
Is de installatie ontlucht?
Zijn de afsluitkranen volledig opengedraaid?
Is de afvoerslang correct geïnstalleerd?
Is er water door de afvoerslang geleid om te controleren of de afvoer goed functioneert?
Zijn de pijpen aan de achterzijde van de unit met vilttape bij elkaar gebonden (alleen bij de linkerpijpen en de
pijpen linksachter)?
Is de installatielocatie voldoende stevig om het gewicht van de unit te dragen en worden de trillingen of het
geluid er niet versterkt?
Is het gedeelte onder de unit vrij van voorwerpen, zodat de luchtuitlaat niet kan worden geblokkeerd?
Zijn de verticale en horizontale schoepen goed gesloten?
Is het voorpaneel stevig aangebracht?
Heeft de installatie proefgedraaid?
Is de afvoer goed geïnstalleerd en zijn er geen borrelende geluiden te horen?
Zijn alle punten met
WAARSCHUWING en
VOLGENDE PUNTEN" gecontroleerd?
5-6
UITLEG AAN DE KLANT
•
Leg het volgende uit aan de klant me behulp van de GEBRUIKSAANWIJZINGEN: regelen van de tempera-
tuur, verwijderen van de luchtfilters, verwijderen en terugplaatsen van de afstandbediening uit en in de hou-
der voor afstandbediening, reinigen van de airconditioner, voorzorgsmaatregelen voor het gebruik etc.
•
Beveel de klant aan de GEBRUIKSAANWIJZING goed door te lezen.
All manuals and user guides at all-guides.com
aan.
VOORZICHTIG in "1. LET VOOR DE VEILIGHEID OP DE
6. VERPLAATSEN EN ONDERHOUD
6-1
LEEGPOMPEN
Bij het verplaatsen of het verwijderen van de airconditioner dient het systeem volgens de onderstaande proce-
dure te worden leeggepompt, zodat er geen koelstof in de atmosfeer terecht kan komen.
1 Sluit op de serviceaansluiting van de afsluitkraan aan de gaszijde van de buitenunit het meetverdeelstuk
aan.
2 Sluit de afsluitkraan aan de vloeistofpijpzijde van de buitenunit volledig af.
3 Sluit de afsluitkraan aan de gaspijpzijde van de buitenunit bijna volledig af, zodat deze gemakkelijk volledig
kan worden gesloten zodra de manometer –0,101 MPa (0 kgf/cm2) aangeeft.
4 Start proefdraaien in de COOL (koel)-stand, door eenmaal op de EMERGENCY OPERATION (noodbedrijf)-
schakelaar te drukken.
5 Sluit aan de gaspijpzijde de afsluitkraan volledig af zodra de manometer 0,05 tot 0 MPa aangeeft (ongeveer
0,5 tot 0 kgf/cm2).
6 Stop met proefdraaien door tweemaal op de EMERGENCY OPERATION (noodbedrijf)-schakelaar te druk-
ken.
47