Verbonden/Niet verbonden markeren in het Start-
scherm en op OK drukken voor toegang tot dit menu.
Netwerk privacybeleid: Netwerk privacybeleid. Ge-
bruik de Omhoog en Omlaag navigatietoetsen om door
de volledige tekst te bladeren. Markeer Aanvaarden
en druk op OK om uw toestemming te geven.
WiFi: Schakel de draadloze LAN (WLAN) functie in/uit.
Beschikbare netwerken
Als de WLAN functie is ingeschakeld, worden de
beschikbare draadloze netwerken hier gerangschikt.
Markeer Alles weergeven en druk op OK om alle
netwerken weer te geven. Maak uw selectie en druk
op OK om te verbinden. Het is mogelijk dat u wordt
gevraagd een wachtwoord in te voeren voor de ver-
binding met het geselecteerde netwerk als het netwerk
is beschermd met een wachtwoord. U kunt bovendien
nieuwe netwerken toevoegen via de verwante opties.
Overige opties
Nieuw netwerk toevoegen: Nieuwe netwerken toe-
voegen met verborgen SSID.
Scanning altijd beschikbaar: U kunt de locatie ser-
vice en andere apps laten scannen voor netwerken,
zelfs als de WLAN-functie is uitgeschakeld. Druk op
OK om het in/uit te schakelen.
Wow: Schakel deze functie in of uit. Deze functie biedt
u de mogelijkheid uw TV in te schakelen of te ontwaken
via het draadloze netwerk.
Wol: Schakel deze functie in of uit. Deze functie biedt u
de mogelijkheid uw TV in te schakelen of te ontwaken
via het netwerk.
Ethernet
Verbonden/Niet verbonden: Geeft de status
weer van de internetverbinding via Ethernet, IP- en
MAC-adressen.
Proxy-instellingen: Handmatig een HTTP proxy in-
stellen voor de browser. Deze proxy kan niet worden
gebruikt door andere apps.
IP-instellingen: De IP-instellingen van uw TV con-
figureren
Zender
De inhoud van dit menu kan wijzigen naargelang de
geselecteerde invoerbron en of de zenderinstallatie
is voltooid.
Zenders
De opties van dit menu kunnen wijzigen of inactief
worden afhankelijk van de invoerbron en de Zender
installatiemodus selectie.
Invoerbron - Antenne
Zenderscan: Start een scan voor digitale aardse
zenders. U kunt de knop Terug indrukken om de scan
te annuleren. De zenders die al zijn gevonden, worden
opgeslagen in de zenderlijst.
Scan bijwerken: Updates zoeken. Eerder toegevoeg-
de zenders worden niet verwijderd, maar alle nieuw ge-
vonden zenders worden opgeslagen in de zenderlijst.
Enkele RF-scan: Selecteer de Rf-zender met de
Rechtse/Linkse navigatietoetsen. Het niveau en
de kwaliteit van het Signaal van de geselecteerde
zender worden weergegeven. Druk op OK om de
scan te starten op de geselecteerde RF-zender.
De gevonden zenders worden opgeslagen in de
zenderlijst.
Handmatige service update: Start een service update
handmatig.
LCN: Stel uw voorkeur in voor LCN. LCN is het Lo-
gical Channel Number systeem dat de beschikbare
uitzendingen organiseert in overeenstemming met
een herkenbare zendersequentie (indien beschikbaar).
Zender scantype: Stel uw scantype voorkeur in.
Zender opslagtype: Stel uw opslagtype voorkeur in.
Favoriet netwerk selectie: Selecteer uw favoriete
netwerk. Deze menu-optie zal actief zijn als meer dan
een netwerk beschikbaar is.
Zender overslaan: Stel zenders in die u wilt overslaan
wanneer u schakelt tussen de zenders met de knoppen
Programma +/- op de afstandsbediening. Markeer
de gewenste zenders op de lijst en druk op OK om te
selecteren/deselecteren.
Swap Kanalen: Vervang de posities van de twee
geselecteerde zenders in de zenderlijst. Markeer de
gewenste zenders in de lijst en druk op OK om te
selecteren. Als de tweede zender wordt geselecteerd,
wordt de positie van deze zender vervangen met de
positie van de eerste geselecteerde zender. U kunt
de Gele knop indrukken en het cijfer invoeren van
de zender die u wilt selecteren. Markeer daarna OK
en druk op OK om naar die zender te gaan. U zult
mogelijk de LCN-optie moeten instellen op UIT om
deze functie in te schakelen.
Zender verplaatsen: Een zender verplaatsen naar de
positie van een andere zender. Markeer de zender die
u wilt verplaatsen en druk op OK om te selecteren. Volg
deze procedure ook voor een tweede zender. Als de
tweede zender wordt geselecteerd, kunt u de Blauwe
knop indrukken de eerst geselecteerde zender wordt
verplaatst naar de positie van die zender. U kunt de
Gele knop indrukken en het cijfer invoeren van de
zender die u wilt selecteren. Markeer daarna OK
en druk op OK om naar die zender te gaan. U zult
mogelijk de LCN-optie moeten instellen op UIT om
deze functie in te schakelen.
Zender bewerking: Zenders bewerken in de zender-
lijst. Bewerk de naam van de geselecteerde zender
en geef de Netwerknaam, het Zendertype en de
Nederlands - 15 -