Functie
U kunt dit apparaat gebruiken met de circulatiefunctie.
Gebruik met afvoerlucht
De aangezogen lucht wordt door de
vetfilters gereinigd en via een
buizensysteem naar de buitenlucht
afgevoerd.
Bediening van het apparaat
Aanwijzing: Schakel de afzuigkap in zodra u begint met koken
en schakel hem pas enkele minuten na het koken weer uit. Zo
wordt de keukendamp het effectiefst verwijderd.
Bedieningselementen
Via het bedieningspaneel stelt u met behulp van toetsen de
verschillende functies van uw apparaat in.
Bedieningspaneel
Indicatie
Toelichting
Apparaat is ingeschakeld
"
Reiniging en onderhoud
:
Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het voor de
reiniging afkoelen.
:
Gevaar van een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Het toestel
alleen met een vochtige doek schoonmaken. Vóór het reinigen
de netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
:
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen
hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.
Aanwijzing: De lucht mag niet worden afgevoerd in een
schoorsteen die wordt gebruikt voor afvoergassen van
apparaten bestemd voor het verbranden van gas of andere
brandstoffen (dit geldt niet voor ventilatieapparatuur).
Komt de afvoerlucht terecht in een rook- of
afvoergasschoorsteen die niet in gebruik is, dan dient u een
vakbekwame schoorsteenveger te raadplegen.
Toets
Toelichting
Afzuigkap in- en uitschakelen
#
Verlichting in- en uitschakelen
B
Afzuigkap
Inschakelen of uitschakelen
Toets
indrukken.
#
Aanwijzing: Het kan tot 25 seconden duren tot de
terugslagklep volledig geopend is en het apparaat zijn
volledige vermogen gebruikt.
Verlichting
De verlichting functioneert ook wanneer de afzuigkap
uitgeschakeld is.
Inschakelen of uitschakelen
Toets
indrukken.
B
Schoonmaakmiddelen
Let op de opgaven in de tabel, om te voorkomen dat de
verschillende oppervlakken door verkeerde
schoonmaakmiddelen worden beschadigd. Gebruik
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■
geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen,
■
geen harde schuur- of schoonmaaksponsjes,
■
geen hogedrukreinigers of stoomstraalapparaten.
■
Was nieuwe vaatdoekjes voor gebruik grondig uit.
15