Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
(Fig. 4.4)
(Fig. 4.3)
5. DISPLAY EN FUNCTIES
5.1.
ON/OFF-knop op het paneel en on/off van de lichten
(Fig. 5)
De knop "
" (met de rood/witte kleur zie Fig. 5): het stuurpaneel schakelt aan of uit wanneer u op
deze knop drukt, indien de batterij in werking is. Enkel wanneer deze knop op On staat, kunt u het
stuurpaneel gebruiken.
De "
"-knop (6km/h): wanneer u blijft drukken op deze knop, gaat de elektrische fiets onmiddellijk
naar een snelheid van 6km/uur. Meestal wordt dit gebruikt als assistentie bij het starten van de fiets,
wanneer u de knop loslaat, stopt de assistentie en kunt u weer normaal rijden.
5.2. Batterijvermogen op het stuurpaneel
In normale omstandigheden zullen de vier LED-lampjes van laag naar hoog branden wanneer u de
stroomtoevoer aansluit. Wanneer alle LED-lampjes helder schijnen, betekent dit dat de batterij volledig
opgeladen is. Indien het laatste lampje knippert, staat dit voor een waarschuwing en moet de batterij
onmiddellijk opgeladen worden alvorens opnieuw te fietsen.
1 LED brandt maar knippert: het vermogen is bijna op, de batterij moet onmiddellijk opgeladen worden.
5.3. Selecteer het assistentieniveau op het stuurpaneel (in totaal 3 assistentieniveau's)
Wanneer het paneel in werking is, kunt u kiezen uit 3 assistentieniveau's: laag, gemiddeld en hoog. Druk
op de knoppen MODE om het assistentieniveau te wijzigen (Laag, gemiddeld en hoog). Op deze manier
kunt u het assistentieniveau wijzigen:
Wanneer de stroom ingeschakeld is, zal het LED-lampje "Gemiddeld" branden. Dit betekent dat de
vermogensassistentie op niveau 2 werkt. Vervolgens kunt u op de knoppen "MODE" drukken om te
verhogen of verlagen van niveau.
Indien u het hoogste assistentieniveau kiest, betekent dit dat er meer elektrisch vermogen en dus minder
menselijke aandrijving gevraagd wordt voor de fiets. Dit niveau is geschikt om bergop te rijden, wanneer
de wind op kop staat of bij een zwaardere belasting van de fiets.
57/64
Publicité
