Klein gebak
Koekjes
Sprits (voorverwarmen)
Amandelkoekjes
Schuimgebak
Soesjes
Bladerdeeg
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood als er niets anders is aangegeven de
oven voorverwarmen .
Brood en broodjes
Gistbrood van 1,2 kg bloem
Zuurdeegbrood van 1,2 kg
bloem
Broodjes, bijv, roggebroodjes
(niet voorverwarmen)
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed door-
bakken is.
Het gebak zakt in.
Het gebak is in het midden hoog gere-
zen en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Het gebak is te droog.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-
den.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt over.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Bij het bakken van vochtig gebak ont-
staat er condenswater.
58
Toebehoren
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Toebehoren
Bakplaat
Bakplaat
Bakplaat
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in. Houd rekening met de omroertijden in het recept.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem-
peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep-
ten en baktijden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
Hoogte
Wijze van
verwarmen
3
%
2
%
3
%
3
%
2
%
3
%
Giet nooit water in de hete oven.
Hoogte
Verwar-
mingsme-
thode
2
%
2
%
4
%
op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
%
Temperatuurin-
Bereidings-
stelling in °C
duur, minuten
150-170
10-20
150-170
20-30
110-120
30-40
80-100
90-180
200-220
30-40
200-220
20-30
Temperatuur
Tijdsduur
in °C
in minuten
270
8
200
35-45
270
8
200
40-50
200-220
20-30