13. Probleemoplossing
Storingen kunnen voor de hand liggende oorzaken hebben, maar zijn soms ook het gevolg van de-
fecte componenten. Wij geven u hierbij een leidraad om het probleem op te lossen. Als de hier ver-
melde maatregelen niet werken, helpen wij u graag verder. Bel ons gerust!
Storing
Geen beeld en ge-
luid.
Geen beeld van
AV.
Geen geluid.
Geen beeld of ge-
luid. Er is wel ge-
ruis te horen.
Het beeld is niet
duidelijk.
Het beeld is te
licht of te donker.
Het beeld is niet
scherp.
Er wordt een dub-
bel of drievoudig
beeld weergege-
ven.
Het beeld ver-
toont ruis.
Er zijn strepen
zichtbaar op het
scherm of de kleu-
ren verbleken.
64
• Controleer of het netsnoer correct is aangesloten op het stopcontact en
het toestel.
• Controleer of de signaalontvangst op TV is ingesteld.
• Controleer of de aan-uitknop aan de onderkant van het toestel ingescha-
keld is.
• Sluit het toestel eventueel aan op een ander stopcontact.
• Controleer of contrast en helderheid correct zijn ingesteld.
• Controleer of alle externe apparaten correct zijn aangesloten.
• Controleer of de juiste AV-bron is geselecteerd.
• Een ingangsbron die u wilt selecteren met MODE of
in het menu
BRONNEN > BRONINSTELLINGEN
• Start eventueel de weergave op de externe speler.
• Controleer of het volume niet op de laagste stand staat.
• Controleer of het geluid niet is uitgeschakeld. Druk hiervoor op de toets
op de afstandsbediening.
• Controleer of in het menu
kers gedeactiveerd is.
• Mogelijk is de ontvangst slecht. Controleer of de antenne is aangesloten.
• Mogelijk is de ontvangst slecht.
• Controleer of de antenne is aangesloten.
• Controleer de instellingen van contrast en helderheid.
• Mogelijk is de ontvangst slecht.
• Controleer of de antenne is aangesloten.
• Controleer de instellingen van scherpte en ruisonderdrukking in het
menu
.
BEELD
• Controleer of de antenne correct is gericht.
• Mogelijk wordt het signaal weerkaatst door obstakels of gebouwen.
• Mogelijk is er sprake van interferentie door auto's, treinen, leidingen, ne-
onverlichting, enz.
• Mogelijk is er sprake van interferentie tussen de antennekabel en de
stroomkabel. Leg de kabels verder uit elkaar.
• Is er sprake van interferentie door een ander toestel?
• Zendantennes van radiostations en antennes van zendamateurs en
draagbare telefoons kunnen ook storingen veroorzaken.
• Gebruik het toestel zo ver mogelijk uit de buurt van het toestel dat de in-
terferentie zou kunnen veroorzaken.
Maatregelen
geactiveerd zijn.
de audioweergave via de tv-luidspre-
GELUID
(
), moet
SOURCE