Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Om gecodeerde zenders of betaal-tv te kunnen ontvangen, hebt u een CI-module (Con-
ditional Access Module) en een bijbehorende kaart nodig. Plaats een (bij de vakhandel
verkrijgbare) CI-module in het daarvoor bedoelde slot aan de linkerkant van het toestel
(COMMON INTERFACE). Steek vervolgens de kaart van uw aanbieder in de CI-module.
5.5.
Stroomvoorziening aansluiten
Steek de stekker van het toestel in een goed bereikbaar stopcontact voor 220-240 V ~ 50 Hz. Het
stopcontact moet altijd gemakkelijk bereikbaar zijn.
5.6. Smart-tv in- en uitschakelen
Zet de aan-uitknop aan de onderkant van het toestel op ON. Het tv-toestel wordt vervolgens in-
geschakeld en het lampje aan de voorkant licht op.
Met de stand-by/aan-toets op de afstandsbediening of door de multifunctionele schakelaar
MODE ingedrukt te houden, zet u het toestel in de stand-bymodus. Het toestel wordt weliswaar
uitgeschakeld, maar verbruikt nog wel stroom (zie voor het stroomverbruik in de stand-bymodus
het hoofdstuk 'Productinformatieblad' op blz. 71).
Als u het toestel vanuit de stand-bymodus wilt inschakelen, drukt u
− op de afstandsbediening: op de stand-by/aan-toets, een cijfertoets of een van de P
sen;
− op het toestel: op de multifunctionele schakelaar MODE.
Met de aan-uitknop zet u het toestel uit (stand OFF). Zolang het toestel verbonden is met het
elektriciteitsnet, verbruikt het nog wel stroom (zie voor het stroomverbruik in de UIT-stand het
hoofdstuk 'Productinformatieblad' op blz. 71).
Als er geen ingangssignaal is, wordt het toestel na drie minuten automatisch in de
stand-bymodus gezet. Op het scherm is tot die tijd een afteltimer te zien. Deze functie is
niet bij alle ingangsbronnen beschikbaar.
5.7. Multimedia-aansluitingen gebruiken
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Een verkeerde bediening kan leiden tot schade aan de gebruikte apparaten.
Lees voor aansluiting en ingebruikneming ook altijd de gebruiksaanwijzingen
van de aan te sluiten apparaten. Zorg ervoor dat alle apparaten bij het aanslui-
ten van de kabels uitgeschakeld zijn.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Als stekkers en bussen niet op de juiste manier met elkaar worden verbonden,
kunnen de contacten beschadigd raken.
Let op dat de stekkers en bussen precies bij elkaar passen om beschadiging van
de contacten te voorkomen. Door de plaatsing van de contacten passen veel
stekkers maar op één manier in de bus.
5.7.1. AV
De overdracht van het AV-signaal (composite) loopt via drie tulpstekkeraansluitingen. Een hiervan
(geel) geeft het videosignaal door en de twee andere (rood en wit) geven het stereo-audiosignaal
door. Gebruik hiervoor een normale AV-kabel.
Verbind de AV-uitgang van het weergaveapparaat met de AV-ingang van het tv-toestel.
18
toet-
/
Publicité
