Zorg ervoor dat het snoer van de lader niet beschadigd is of dat de draden blootliggen
NL
om kortsluiting te voorkomen. De ingangs- en uitgangsbussen mogen niet beschadigd
of vervormd zijn.
WAARSCHUWING: Gebruik alleen de lader die bij het product is geleverd.
BAGAGEDRAGER
Als uw fiets wordt verkocht met een bagagerek. Het is al bevestigd boven uw achterwiel.
De bevestigingen moeten regelmatig worden vastgedraaid en gecontroleerd.
Uw bagagedrager is ontworpen voor een maximale belasting van maximaal 25 kg. Het
is mogelijk om een kinderzitje te bevestigen.
Bij gebruik van een verend zadel moeten deze worden beschermd om beknelling van
vingers te voorkomen. Uw bagagedrager is niet ontworpen om een aanhangwagen te
trekken.
Om veiligheidsredenen mag bagage alleen op de bagagedrager worden vervoerd.
Wanneer de bagagedrager beladen is, kan het gedrag van uw fiets veranderen.
Bagage mag de reflectoren en lichten van uw fiets niet aan het zicht onttrekken.
Verdeel de lading van de bagage gelijkmatig om de stabiliteit van uw fiets te
bevorderen. Alle bagage moet stevig op de bagagedrager worden bevestigd, voor elk
gebruik is het belangrijk te controleren of er niets in het achterwiel van de fiets kan
blijven haken.
Stel de bagagedrager niet willekeurig af, vraag uw dealer om advies over hoe u de
bagagedrager eventueel kunt afstellen. Wijzig de bagagedrager niet, elke wijziging
van de bagagedrager door de gebruiker maakt deze instructies ongeldig.
Waarschuwingen voor de risico's die verbonden zijn aan onjuiste montage of
afstelling van de verschillende onderdelen van de fiets:
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot oneigenlijk gebruik van uw fiets,
vroegtijdige slijtage van bepaalde onderdelen die kan leiden tot een val en/of ongeval.
4.3. REINIGING VAN UW APPARAAT
Volg deze richtlijnen en voorzorgsmaatregelen voor het reinigen van het apparaat:
• Koppel alle laadkabels los van het apparaat voordat u het reinigt.
• Dompel het nooit onder in water.
• Gebruik nooit een hogedrukreiniger, waterstraal of een ander apparaat en methode
om te reinigen waarbij water in het apparaat kan sijpelen.
• Reinig het apparaat met een licht vochtige spons of zachte doek, vermijd
connectoren en knoppen en pas op dat er geen water op de stopcontacten, circuits
of in het product komt.
• Plaats geen water of vloeibare reinigingsmiddelen rechtstreeks op het product om
het te reinigen.
• Gebruik geen schuurmiddelen of oplosmiddelen die de lak van uw apparaat kunnen
beschadigen.
• Wees voorzichtig bij het reinigen en afvegen van de plastic onderdelen.
147