5
de branders ontsteken en bedienen
KEUZE VAN DE JUISTE POTTEN EN PANNEN
• Zorg ervoor dat de vlammen onder de pan blijven. Als de vlammen om de pan heen branden, gaat er veel energie verloren
en de handgrepen van de pan kunnen te heet worden.
• Gebruik pannen die qua diameter passen bij de branders. Dit vermindert de kooktijd.
• Gebruik alleen pannen met een vlakke bodem.
• Gebruik de juiste hoeveelheid water voor het koken van voedsel en houd de deksel op de pan.
• Het is aangeraden om een pot te kiezen met een diameter van ongeveer 2,5-3 keer groter dan de diameter van de
brander, d.w.z. :
• voor de sudderbrander - een diameter van 90 tot 150 mm
• voor de normaalbrander - een diameter van 160 tot 220 mm
• voor de sterkbrander - een diameter van 200 tot 240 mm en de hoogte van de pan mag niet groter zijn dan de
diameter.
slecht
BRANDERS BEDIENEN
Controleer regelmatig of de branders en branderdeksels goed geplaatst zijn. Door een onjuiste plaatsing kan een slechte
ontsteking, ongunstige verbranding of beschadiging van de branderdeksels plaats vinden.
1. gastoevoer dicht
2. grootste vlam
3. kleinste vlam
4. thermokoppel
5. vonkonsteking
Let op: open altijd de glazen afdekplaat bij het gebruik van het kookgedeelte.
In de bedieningsknop zit een automatische vonkontsteking.
• Druk de bedieningsknop in en draai deze linksom naar de stand "grootste vlam"
• Houd de bedieningsknop minimaal 3 seconden goed ingedrukt. De geïntegreerde vonkontsteking zorgt ervoor dat de
brander ontsteekt en gaat branden.
• Blijf de bedieningsknop nog 10 seconden ingedrukt houden nadat de vlam aan is om de thermokoppel te activeren.
Anders kan de vlam direct weer uitgaan, omdat de thermokoppel nog niet actief is.
• Als de brander na 15 seconden niet brandt, moet u een minuut wachten voordat u de brander opnieuw probeert te
ontsteken.
• Als de brander per ongeluk uitgaat, zal de thermokoppel (vlambeveiliging) in de betreffende brander de gastoevoer
afsluiten (door het overkoken van vloeistof, door tocht, geen toevoer van gas, etc.). Geen vlam = geen gas!
Goed instelde branders hebben een helderblauwe vlam met een duidelijk afgetekende kegel binnenin. De keuze van de
grootte van de vlam hangt af van de instelling van de bedieningsknop van de brander.
grote vlam
kleine vlam (zgn. "spaarvlam")
uit (de gastoevoer is afgesloten)
Afhankelijk van de behoefte kan de grootte van de vlam geleidelijk ingesteld worden.
slecht
14
•
Nederlands
goed
Opgelet!
Het is verboden om de vlam in
te stellen tussen de stand uit
en de stand grote vlam
goed
1
2
3
.
.
5
4