Het kettingzwaard en de ketting installeren. (fig. A
- G)
Plaats de kettingzaag op een stabiele ondergrond.
u
Zet de beschermkap/kettingrem in de voorste stand (fig.
u
F).
Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
u
ketting (9) (fig. A) helemaal los.
Verwijder de kettingbeschermer (10).
u
Zet de spanning aan te passen ring (5) tegen de klok in tot
u
aan de aanslag.
Plaats de ketting (6) over het zwaard (7) en zorg ervoor dat
u
de zaagtanden aan de bovenkant van het zwaard (7) naar
voren wijzen (fig. B).
Leid de ketting (6) om het zwaard (7) en trek deze aan
u
zodat aan de achterkant van het zwaard (7) een lus naar
één zijde ontstaat.
Leid de ketting (6) om het aandrijfkettingwiel (12). Plaats
u
het zwaard (7) op de verbindingsbouten (13).
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de beschermkap/kettingrem
(4) zich in de instelstand (voorste stand) bevindt voordat u
deze opnieuw aanbrengt (fig. F).
Plaats de kettingbeschermer (10) op de kettingzaag.
u
Draai de keten aan te passen vergrendelknop (9) om de
u
ketting dekseleenheid (10) bevestigen en draai.
Draai de keten aan te passen vergrendelknop (9) 180
u
graden tegen de klok in om de spanning los te laten.
Draai de afstelring (5) rechtsom totdat de ketting (6) strak
u
staat. Controleer of de ketting (6) netjes rondom het
zwaard (7) zit (fig. I).
Controleer de kettingspanning zoals hierna beschreven.
u
Stel deze niet te strak af.
Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
u
ketting (9) vast.
De kettingspanning controleren en afstellen (fig. I)
Voor gebruik, en na iedere 10 minuten gebruik, dient u de
kettingspanning te controleren.
Koppel het gereedschap los van de netspanning.
u
Trek licht aan de ketting (6) (zie de inzet van fig. I). De
u
spanning is juist als de ketting (6) terugspringt nadat u
deze 3 mm van het zwaard (7) af hebt getrokken. De
ketting (6) mag niet "doorzakken" aan de onderzijde van
het zwaard (7).
Opmerking: Stel de zaagketting niet te strak af. Dit leidt tot
overmatige slijtage en beperkt de levensduur van het
kettingzwaard en de zaagketting.
Opmerking: Wanneer de ketting nieuw is, moet u de
spanning tijdens de eerste 2 gebruiksuren regelmatig (na
ontkoppeling van de netspanning) controleren, aangezien een
nieuwe ketting enigszins uitzet.
All manuals and user guides at all-guides.com
(Vertaling van de originele instructies)
De spanning verhogen
u
u
u
Gebruik
Waarschuwing! Laat het gereedschap in zijn eigen tempo
werken. Niet overbelasten.
Oliereservoir vullen (fig. H)
u
u
Inschakelen
Opmerking: U kunt de zaag pas inschakelen als de
beschermkap/kettingrem weer in de instelpositie staat.
u
u
Oefen geen druk uit op het gereedschap. Laat de zaag het
werk doen. U kunt beter en veiliger werken als u de snelheid
gebruikt waarvoor het gereedschap is ontwikkeld. Bij te veel
kracht kan de zaagketting (6) uitrekken.
Kettingrem afstellen (fig. F)
u
u
u
Werking van de kettingrem tegen terugslag
Bij een terugslag komt uw linkerhand in aanraking met de
beschermkap en drukt deze naar voren in de richting van het
werkstuk. Het gereedschap stopt binnen een seconde.
Vertragingskettingrem testen (fig. E - F)
u
Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
ketting (9) naar links.
Draai de afstelring voor de kettingspanning (5) rechtsom
totdat de ketting strak staat.
Draai de vergrendelingsknop voor het afstellen van de
ketting (9) vast.
Verwijder de oliedop (3) en vul het reservoir met de
aanbevolen kettingolie. U kunt het oliepeil controleren met
de oliepeilindicator (11). Plaats de oliedop (3) terug.
Schakel de zaag regelmatig uit en controleer vervolgens
de oliepeilindicator (11). Neem de stekker van de
kettingzaag uit het stopcontact en vul het reservoir met de
juiste olie bij zodra de indicator op minder dan een kwart
staat.
Grijp uw kettingzaag met beide handen stevig vast. Druk
de ontgrendelingsknop (2) in en druk vervolgens op de
aan/uit-schakelaar (1) om te starten.
Neem uw duim van de vergrendelingsknop (2) en grijp de
handgreep stevig vast zodra de motor is gestart.
Zorg dat het gereedschap niet op de netspanning is
aangesloten.
Trek de beschermkap/kettingrem (4) naar achter in de
instelstand (fig. F).
Het gereedschap is nu klaar voor gebruik.
Controleer voor gebruik altijd of de terugslagrem goed
werkt.
NEDERLANDS
51