OPGELET:
uw product niet om andere voertuigen te
starten.
1. Sluit het ene uiteinde van de rode accukabel
aan op de POSITIEVE (+) accupool (A) van de
zwakke accu.
B
A
2. Sluit het andere uiteinde van de rode accukabel
aan op de POSITIEVE (+) accupool (B) van de
opgeladen accu.
WAARSCHUWING:
dat de uiteinden van de rode
accukabel het chassis niet raken. Dit
leidt tot kortsluiting.
3. Sluit het ene uiteinde van de zwarte accukabel
aan op de NEGATIEVE (-) accupool (C) van de
opgeladen accu.
4. Sluit het andere uiteinde van de zwarte
accukabel aan op een CHASSISMASSA (D), uit
de buurt van de brandstoftank en de accu.
Startkabels verwijderen
Let op:
Verwijder de startkabels in omgekeerde
volgorde van aanbrengen.
1. Verwijder de ZWARTE kabel van het chassis.
2. Verwijder de ZWARTE kabel van de volledig
opgeladen accu.
3. Verwijder de RODE kabel van de 2 accu's.
Maaidek
Het maaidek verwijderen en monteren
Let op:
Als een ander accessoire dan
het maaidek wordt gebruikt, moeten de voorste
stang en achterste hefstangen van het product
worden verwijderd. Ook moet de veer van de
koppelingskabel in de kabelgeleider aan de voorkant
van het onderste dashboard worden geplaatst.
1947 - 005 - 19.10.2022
Gebruik de accu van
C
D
Zorg
1. Ontkoppel het maaidek. Zie
inschakelen en ontkoppelen op pagina 101 .
2. Stop het product. Zie
100 .
3. Zet het maaidek in de laagste maaistand.
4. Verwijder de aandrijfriem van de
koppelingspoelie (A).
B
H
C
J
D
I
J
5. Verwijder de koppelingskabel (B), druk de lip (C)
in en verwijder de koppelingskabel uit de steun.
6. Verwijder voorzichtig de veer (D) van de
koppelingskabel van de geleiderolarm (E).
7. Maak de voorste stang (F) los van het maaidek
en verwijder de borgveer en ring.
8. Verwijder de klemmen (G) en koppel de
ophangarmen (H) los van de chassispennen.
9. Koppel de achterste hefstangen (I) los van de
achterste steunen (J) van het maaidek aan beide
zijden van het maaidek.
10. Verwijder het maaidek van het product.
11. Bevestig het maaidek in omgekeerde volgorde.
De zijuitworp moet zich aan de rechterkant van
het product bevinden.
Let op:
De ophangarmen moeten in de
voorste stand staan voordat u het maaidek onder
het product beweegt.
De uitlijning van het maaidek afstellen
Maaidek visueel afstellen in de breedte
Als de maaihoogte aan de linker- en rechterkant van
het product niet gelijk is, kan de maaihoogte worden
afgesteld. Stel de maaihoogte af aan de kant met de
lagere maaihoogte.
1. Controleer of de banden de juiste spanning
hebben.
2. Parkeer het product op een vlakke ondergrond.
Het maaidek
Product stoppen op pagina
G
A
F
G
E
H
G
109