Pomprotor
(Procedure voor klemmende
pomprotor)
1. Verwijder bovenste deel van
behuizing (zie pagina 10).
2. Draai schroeven van
filterdeksel los met een
dopsleutel (5/16").
3. Verwijder filterdeksel en
luchtfilters.
4. Draai schroeven van
pompplaat los met een
dopsleutel (5/16").
5. Verwijder pompplaat.
6. Verwijder rotor, inzetstuk
en schoepen.
7. Controleer of er vuil in
pomp is. Eventueel
schoonblazen met
perslucht.
8. Breng inzetstuk en rotor
weer aan.
9. Controleer speling rond
rotor. Stel eventueel bij op
0,076-0,101 mm (0,003/
0,004 in.) (zie figuur 15).
Let op :
Draai rotor één volledige
slag om ervoor te zorgen dat daar
waar rotor dichtst bij behuizing
komt, de speling 0,076-0,101
mm (0,003/0,004 in.) is.
Zonodig bijstellen.
10. Plaats schoepen,
pompplaat, luchtfilters en
filterdeksel weer terug.
11. Breng ventilatorrooster en
bovenste deel van
behuizing weer aan.
12. Stel pompdruk bij (zie
pagina 12).
Volg onderstaande stap-
Let op :
pen als rotor nog steeds klemt.
13. Voer bovenstaande stappen
1 t/m 6 uit.
14. Leg vel fijn schuurpapier (nr.
600) op vlakke ondergrond.
Schuur rotor lichtjes vier
keer in een 8-baan patroon
(zie figuur 16).
15. Breng inzetstuk en rotor
weer aan.
16. Voer bovenstaande stappen
10 t/m 12 uit.
14
All manuals and user guides at all-guides.com
Inzetstuk
Schoep
Figuur 15 - Plaats van stelschroeven speling
Figuur 16 - Schuren van de rotor
Schoep
Pompplaat
Rotor
Luchtuitlaatfilter
Figuur 14 - Plaats van rotor
Stelschroef speling
Stelschroef
speling
Schuurpapier
Luchtinlaatfilter
Filterdeksel
Venitlatorrooster
(niet afgebeeld)
Speling 0,076-0,101
mm (0,003/0,004 in)
gemeten met een
voelermaat
Rotor
101487