Aritech ShatterPro II Notice D'installation page 7

Voor een betere bescherming tegen vals alarm:
•
De detector niet op een 24-uurs lus aansluiten, maar
omtreklussen gebruiken.
•
De detector niet installaren in een ruimte met witte ruis,
bijvoobeeld in de buurt van een compressor (een bron van
vals alarm wegens verzadiging van het geluidsspectrum).
•
Voorkom installatie in vertrekken die kleiner zijn dan
3 x 3 m of in lawaaierige ruimtes zoals kleine keukens of
badkamers, glazen cellen, garages enz.
•
De detector niet gebruiken in vertrekken waar het geluid
veelvuldig knipperen van de LED veroorzaakt, vooral als
dit geluid ook aanwezig is terwijl de detector gewapend is.
Plaatsing
Om valse alarmen te voorkomen moet de detector op een
afstand van minstens 1 m van alle storingsbronnen
geïnstalleerd worden (televisietoestellen, luidsprekers,
gootstenen of wastafels, deuren, enz.). De detector moet altijd
de beveiligde ramen kunnen zien. Het kan niet met zekerheid
glasbreuk in een ander vertrek of om een hoek detecteren.
Montage op een muur
Daar het glasbreuksignaal uit de richting van de gebroken ruit
komt, is de beste plaats om de detector te bevestigen op de
muur tegenover het raam. Het apparaat kan ook op het plafond
of op de aangrenzende muur gemonteerd worden. In elk geval
moet er voor gezorgd worden dat de maximale afmeting van
de actieradius niet overschreden wordt en dat de detector altijd
het te beveiligen raam kan zien.
Zoals bij elke detector van dit type,
dezelfde muur waarin het te beveiligen raam zit de detectie
negatief beïnvloed, daar deze gedeeltelijk afhankelijk is van
weerkaatsing van het geluidssignaal door de
tegenoverliggende muur. Voer in dit geval een reikwijdtetest uit
met behulp van de 5709C tester, die u vlak tegen de ruit
plaatst. Afhankelijk van de akoestiek van het vertrek wordt de
detectie min of meer negatief beïnvloed.
Montage op het plafond
De detector kan op elk type plafond geïnstalleerd worden,
indien de detector al de te beveiligen ramen kan zien. Het
apparaat mag ook heel dicht bij het raam geplaatst worden, op
ongeveer 1 m. Daar het glasbreuksignaal echter uit de richting
van de gebroken ruit komt, is het mogelijk dat plafond montage
op 2 meter van de muur betere detectie geeft.
Alvorens de detector definitief te bevestigen, kan deze eerst op
de gekozen plek getest worden, om te controleren of het
detectiegebied voldoende is. Voor het goed uitvoeren van deze
test is een 5709C tester nodig; alleen hiermee kan de
reikwijdte van de ShatterPro II nauwkeurig gecontroleerd
worden.
Tijdelijke montage van de detector
1. Sluit voor de duur van de test de detector tijdelijk op een
9 V batterij aan.
2. Gebruik het bijgeleverde dubblezijdige plakband om de
detector tijdelijk op de gewenste plaats te installeren.
3. Gebruik de 5709C tester om de detector in de test-modus
te zetten. Kies de instelling "gehard glas" (tempered) op
de tester, houd deze tegen de microfoon van de detector
aan en stel hem in werking. De detector gaat nu over op
alarm en vervolgens gedurende één minuut op testmodus.
In dit geval knippert de LED van de detector continue. De
P/N 15652 (ML) • REV D • ISS 22JUL21
wordt door montage op
test kan verlengd worden door de detector met behulp van
de tester minstens een keer per minuut te activeren.
Het testen van de detector
Zie figuur 2.
1. Plaats de tester vlakbij het raam en richt hem naar de
ShatterPro II. Druk daarna de testknop in. Als er vitrages
of jaloezieën voor de ramen hangen, moet bij het testen
de tester hier achter gehouden worden (gebruik dit soort
detector niet voor het beveiligen van ramen met dikke
vitrages of gordijnen). Richt bij montage op dezelfde muur
de tester naar de tegenoverliggende muur.
2. De 5709C tester heeft verschillende instellingen voor de
diverse soorten vensterglas. Hij moet altijd op "gehard
glas" (tempered) of "gelaagd glas" (laminated) ingesteld
worden (beide instellingen zijn juist en hebben dezelfde
reikwijdte), tenzij de installateur zeker weet dat er
standaard glas in de ramen zit. In dat geval kan de
instelling "standaard glas" (plate) op de tester gebruikt
worden.
Als de LED van de detector even gaat branden wanneer de
tester in werking wordt gesteld, betekent dit dat de ruit zich in
het detectiegebied bevindt.
Als de LED niet constant brandt, maar zoals eerder knippert,
plaats dan de detector dichter bij het te beveiligen raam en
herhaal de test. Het kan nodig zijn een tweede detector toe te
voegen om een adequaat detectiegebied te kriijgen. Het is
uiterst zeldzaam dat de detector binnen het voorgeschreven
detectiegebied niet in werking treedt. Als er een probleem
optreedt, controleer dan of de spanning van de batterij in de
tester goed is. Door de batterij te vervangen krijgt u hoogst
waarschijnlijk weer een normale reikwijdte.
BELANGRIJK: Door de akoestiek van sommige ruimten kan
de reiwijdte van glasbreukdetectoren op kunstmatige wijze
vergroot worden. De specifieke reikwijdte van de ShatterPro II
is bepaald voor de ongunstigste gevallen. Hoewel de detector
waarschijnlijk met een grotere actieradius werkt dan die welke
aangegeven is, treedt hij niet in werking bij glasbreuk die
slechts een heel zwak geluid produceert. Verder kunnen de
akoestische eigenschappen van een ruimte ook met de tijd
veranderen, waardoor de actieradius van de detector naar
normale omstandigheden wordt teruggebracht.
Let op: De aangegeven waarden mogen niet overschreden
worden, ongeacht de resultaten van de 5709C tester.
De functie van de testmodus
Door de in de ShatterPro II toegepaste techniek van
signaalherkenning kan deze bij normale werking geluiden
negeren die vals alarm kunnen veroorzaken en dus ook het
signaal van de tester. Om de deugdelijke werking van de
ShatterPro II te kunnen controleren is het apparaat daarom
uitgerust met een testmodus. Door het instellen van de
testmodus wordt een gedeelte van het glasbreukanalysecircuit
buiten werking gesteld. De detector ontvangt dan alleen de
frequenties die zijn keikwijdte bepalen en die door de 5709C
tester gereproduceerd worden.
Het controleren van de detector
De ShatterPro II kan ook in de normale modus door de
installateur of de eindgebruiker gecontroleerd worden door vlak
onder de detector hard in de handen te klappen. De LED
7 / 10