2.1
Leveringsomvang
Afb. 1, pagina 62:
[1]
Module
[2]
Adapter met aansluitkabel
[3]
LAN-kabel CAT 5
[4]
Zak met montagedelen
[5]
Installatiehandleiding
2.2
Technische gegevens
Technische gegevens
Afmetingen (B × H × D)
Nominale spanningen:
• Bus-systeem
• Bus-systeem CAN
• Voedingsspanning van de
module
Interfaces
Opgenomen vermogen
Toegestane omgevingstem-
peratuur
Beveiliging
Tabel 14
2.3
Reiniging en verzorging
▶ Indien nodig met een vochtige doek de behuizing schoon wrijven. Ge-
bruik daarbij geen scherpe of bijtende reinigingsmiddelen.
3
Installatie
3.1
Montage
▶ Afdekking verwijderen ( afb. 3, pagina 62).
▶ Module monteren ( afb. 4, pagina 62).
▶ Module fixeren ( afb. 5, pagina 62).
3.2
Elektrische aansluiting
Aansluitingen en interfaces
Legenda bij afb. 6 en 7, pagina 63:
7,5 V DC Aansluiting adapter
CAN 1
Massa (GND)
CAN 2
CAN Low
CAN 3
CAN High
HT
Aansluiting 2-draads bussysteem
LAN
Aansluiting LAN (RJ45)
RESET
RESET-toets
TSW
Schakelaar voor CAN-afsluiting
Tulen voormonteren en kabel aansluiten
▶ Tulen passend voor de kabeldiameter openen en aan een zijde insnij-
den ( afb. 8, pagina 63).
▶ Tulen monteren en kabel aansluiten (2-draads BUS: afb. 9,
pagina 63; CAN: afb. 10, pagina 63).
MB LAN – 6 720 805 489 (2013/01)
151 × 184 × 61 mm (andere maten
afb. 2, pagina 62)
• 12 V tot 15 V DC (beveiligd tegen om-
polen)
• 0 V ... 5 V
• Meegeleverde adapter
230 V AC/7,5 V DC, 700 mA
• 2-draads BUS
• CAN
• LAN: 10/100 MBit/s (RJ45)
1,5 VA
0 ... 50 °C
IP20
3.3
Aansluiting van de busverbindingen
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbin-
ding tussen alle BUS-deelnemers wordt overschreden, is
de inbedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Wanneer in het 2-draads bussysteem een ringstructuur
aanwezig is, is de inbedrijfstelling van de installatie niet
mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbinding tussen alle deelnemers
van het betreffende BUS-systeem:
• 2-draads BUS:
2
– 80 m met max. 0,40 mm
– 100 m met max. 0,50 mm
– 150 m met max. 0,75 mm
– 200 m met max. 1,00 mm
– 300 m met max. 1,50 mm
• CAN:
– 30 m (afgeschermd, getwiste aders)
Geschikte kabel voor het betreffende BUS-systeem:
• 2-draads BUS: bijv. LiYCY 2 x 0,75 (TP)
2
• CAN: 2 × 2 × 0,3 mm
; afgeschermd, getwiste aders
▶ Om inductieve beïnvloeding te vermijden: alle laagspanningskabels
van netspanning geleidende kabels afzonderlijk installeren (minimale
afstand 100 mm).
2-draads BUS-systeem op module aansluiten
▶ BUS-deelnemers met twee BUS-aansluitingen in serie schakelen
( afb. 6, pagina 63) of BUS-deelnemer [B] met een verdeeldoos
[A] in sterschakeling ( afb. 11, pagina 63) verbinden.
▶ Bij inductieve externe invloeden de kabels afgeschermd uitvoeren.
Daardoor zijn de elektrische kabels beschermd tegen externe invloe-
den (bijv. krachtstroomdraden, bovenleiding, trafostations, radio- en
TV-toestellen, amateurzenders, magnetrons enz.).
BUS-systeem CAN op module aansluiten
Waarborg via de juiste stand van de twee schakelaars
voor de CAN-afsluiting, dat het CAN-systeem correct is
aangesloten ( afb. 7, pagina 63).
▶ Zet beide schakelaar op ON, wanneer de module een
eindpunt is.
▶ Zet beide schakelaars op OFF, wanneer de module op
een aftakkingsleiding is aangesloten.
▶ Sluit de afscherming van de CAN-kabel in de module aan op CAN 1
(massa).
▶ Sluit een ader van een getwist aderpaar in de module aan op CAN 2
(CAN Low).
▶ Sluit de tweede ader (van het getwiste aderpaar dat voor CAN 2 wordt
gebruikt) in de module op CAN 3 (CAN High) aan ( afb. 7,
pagina 63).
Maak de CAN-verbinding met de warmtepomp
▶ Zoek vrije aansluitingen voor CAN in de warmtepomp.
▶ Wanneer geen vrije aansluiting in de warmtepomp beschikbaar is,
sluit dan de CAN-kabel aan met een ander toebehoren.
Installatie
aderdiameter
2
aderdiameter
2
aderdiameter
2
aderdiameter
2
aderdiameter
19