Plaatsen Van De Batterijen - TFA 30.3060.01.IT Mode D'emploi

TFA_No. 30.3060_Anleitung 02.06.2015
KLIMA@HOME - Draadloze thermo-hygrometer
Belangrijke informatie voor de productveiligheid!
• Stel het apparaat niet bloot aan extreme temperaturen, trillingen en schokken.
• Tegen vocht beschermen.
• De zenders zijn tegen spatwater beschermd maar niet waterdicht. Wilt u de zender buiten gebrui-
ken, zoek dan een tegen regen beschermde plaats uit voor de zender.
5. Onderdelen
5.1 Basisapparaat (ontvanger)
A: Display (Fig. 1):
Display boven
A 1: Symbool voor binnen
A 2: Binnentemperatuur
A 3: Symbool voor WeatherHub
A 4: Luchtvochtigheid
A 5: Symbool voor behaaglijkheidsgraad
A 6: Tijd met seconden
A 7: DCF-Symbool, datum
Weergave voor zender 1-3
A 8: Zender ontvangst symbool
A 9: Temperatuur en luchtvochtigheid
B: Toetsen (Fig. 1):
B 1: SET toets
B 2: + toets
B 3: - toets
B 4: CH toets
C: Behuizing (Fig. 1+2):
C 1: Individuele tekst voor de plaatsen van de zender
C 2: Wandbevestiging
C 3: Batterijvak
C 4: Standaard (wegneembaar)
5.2 Zender (Fig. 3):
D: Display:
D 1: Temperatuur en luchtvochtigheid afwisselend
E: Behuizing:
E 1: Batterijvak (vastgeschroefd)
E 2: Systeem voor de standaard (bevestigen aan een muur of plaatsen op een tafel)
E 3: Vast serienummer (gedrukt op de achterkant)
38
16:58 Uhr Seite 20
KLIMA@HOME - Draadloze thermo-hygrometer
6. Inbedrijfstelling

6.1 Plaatsen van de batterijen

• Leg de apparaten op een afstand van ca. 1,5 meter van elkaar op een tafel. Vermijd de nabijheid
van eventuele stoorbronnen (elektronische apparaten en zendergestuurde installaties).
1. Open het dichtgeschroefde batterijvak van de eerste zender.
2. Plaats er twee nieuwe batterijen 1,5 V AA in. Batterijen met de juiste poolrichting plaatsen.
3. Op het display verschijnt de gemeten temperatuur en de luchtvochtigheid afwisselend.
4. Sluit het batterijvak weer zorgvuldig.
• Herhaal stappen 1-4 voor de andere twee zenders.
• Maak het batterijvak van het basisapparaat open en plaats er drie nieuwe batterijen 1,5 V AA in.
Batterijen met de juiste poolrichting plaatsen.
• Alle schermsegmenten verschijnen kort.
• Sluit het batterijvak weer.
6.1.1 Ontvangst van de zenders
• Na het plaatsen van de batterijen in de zender begint de zender automatisch met de transmissie
van de meetwaarden. Het symbool voor de radio ontvangst knippert.
• De zenders hebben ieder hun eigen serienummer (vier cijfers, alfanumeriek). Dit serienummer is
gedrukt op de betreffende zender en verschijnt kort in hun eigen display ook bij de inbedrijfstel-
ling van de zender.
• Het serienummer verschijnt wanneer de zender de signalen ontvangt van het basisapparaat, ver-
schijnt ook kort op het display van het basisapparaat.
• Worden de meetwaarden niet ontvangen, verschijnt „- -" op het display. Test de batterijen en
begin opnieuw. Verwijder eventuele stoorbronnen.
• Zodra het basisapparaat de zendergestuurde tijd ontvangt kunt u de initiatie ook handmatig star-
ten. Kies met de CH toets de desbetreffende zender. Houdt de CH toets drie seconden ingedrukt.
Het basisapparaat probeert de meetwaarden te ontvangen.
6.2 Ontvangst van het radiografische DCF signaal
• Nadat het apparaat het zoeken naar zenders heeft afgerond, begint het apparaat met het scan-
nen van het DCF-signaal (radio klok) en het DCF-ontvangst symbool knippert.
• Als na 5-8 minuten de ontvangst succesvol is, verschijnt de zendergestuurde tijd, het DCF-ont-
vangstsymbool en de datum permanent op het display.
• Het DCF-signaalontvangst vindt dagelijks tussen 1:00 en 5:00 uur plaats. Is het ook om 5:00 uur
niet gelukt, dan probeert het DCF-signaal het de volgende dag om 1:00 uur opnieuw.
• Er zijn drie verschillende radiografische ontvangstsymbolen:
knippert - ontvangst is actief
blijft staan - ontvangst is goed
geen symbool - geen ontvangst / de tijd manueel instellen
• Als de zendergestuurde klok geen DCF-signaal ontvangt (wegens storingen, afstand, enz.), kunt u
de tijd ook handmatig instellen. De DCF-ontvangsymbool verdwijnt en de klok werkt dan als een
gewone kwartsklok (zie: manuele instellingen).
39