Bedieningsvoorschrift
914, 916, 918
Lees, in het belang van uw veiligheid, voordat u
deze apparatuur gebruikt, eerst deze instructies
en de bijgesloten veiligheidsvoorschriften zorgvuldig en
geheel door. Indien u niet zeker bent over enig aspect
rondom het gebruik van deze apparatuur, neem dan
contact op met uw Ridgid leverancier.
Bewaar deze instructies
Specificaties
Zie RIDGID catalogus
Transport en plaatsing
Til de machine aan de beschikbare handgrepen op.
Machine-installatie
914
Deze machine is ontworpen voor het met de hand rollen van groeven op pijp.
Wij raden het ten sterkste aan, deze machine NIET aan te passen en/of te gebruiken voor
enige toepassing anders dan die waarvoor hij bedoeld was, inclusief het gebruik van
enige aangedreven apparatuur.
916, 918
Deze machine is ontworpen voor het rollen van groeven op pijp met behulp van de
gespecificeerde Ridgid draadsnijmachines, aandrijvingen en accessoires. Wij raden
het ten sterkste aan, de machine NIET aan te passen en/of te gebruiken voor enige
toepassing anders dan die waarvoor hij bedoeld was, inclusief het gebruik van andere
aandrijfapparatuur. Plaats de machine niet bij deuren of looppaden en verzeker u ervan
dat het gehele werkgebied vanaf de bedieningspositie overzien kan worden. Gebruik
afschermingen voor het op afstand houden van mensen. Gebruik de machine niet bij
natte of vochtige omstandigheden. Controleer dat de machinespanning aangegeven op
het typeplaatje hetzelfde is als de voeding. Verzeker u ervan dat het machinevoetpedaal
correct werkt en de machineschakelaar in de "0"-stand staat voordat u dat voeding
aansluit. De voetschakelaar biedt volledige controle over de machine. Deze werkt alleen
wanneer het pedaal is ingedrukt. Verzeker u er voor uw veiligheid van dat het voetpedaal
vrij functioneert en plaats het zo dat alle bedieningselementen gemakkelijk bereikbaar
zijn.
Rolgroever veiligheid
1. Houd de handen weg van de groefrollen. Vingers kunnen gekneld raken tussen de
groef- en aandrijfrollen.
2. Plaats de groever waterpas op een vlakke ondergrond. Verzeker u ervan, dat de
machine, standaard en groever stabiel zijn opgesteld en niet kunnen omvallen.
3. Verzeker u ervan, dat de groever op correcte wijze is bevestigd aan de aandrijving.
Volg zorgvuldig de installatie-instructies.
4. De groever is ontworpen voor het rolgroeven op pijp en buizen. Niet gebruiken voor
andere doeleinden.
5. Ondersteun de pijp op juiste wijze met de pijpsteun.
6. Gebruik de aanbevolen accessoires. Gebruik van andere accessoires kan gevaar voor
verwonding veroorzaken. Zie de bedieningshandleiding voor aanbevolen accessoires.
7. Gebruik de machine niet wanneer de schakelaars kapot zijn.
Installatie
914
916
Fig. 1.
Fig. 2 - 300
Fig. 3 - 535
Fig. 4 -1233
Bediening van de 914, 916, 918 Rolgroevers
Voorbewerken van de pijp
1. Pijpeinden moeten zuiver haaks afgekort worden. Gebruik geen snijbrander.
2. Pijponrondheid mag de totale buitendiametertolerantie uit de groefspecificatie, niet
overschrijden (tabel 1).
3. Alle interne of externe lasdruppels, randen of naden moeten glad weggeslepen
worden tot tenminste 5 centimeter vanaf het te bewerken pijpeinde.
Opmerking : Beschadig de zitting voor de afdichtingsring niet tijdens het slijpen.
Belangrijk
918
Fig. 5 - 300
Fig. 6 - 1822
Fig. 7 - 1233
Fig. 8 - 1224
Pijp-/buislengte
De volgende grafiek toont de minimum lengte van pijp of buis die van groeven kan
worden voorzien en de maximum lengte die van groeven kan worden voorzien zonder
pijpsteunen.
Lengte die van de groeven kan worden voorzien
Nom.
Min.
Max.
Pijpmaat
Lengte
Lengte
1
8
1 1/4
8
11/2
8
2
8
2 1/2
8
3
8
3 1/2
8
Inbrengen van de pijp
1. Pijp of buis langer dan de maximum lengte aangegeven in de tabel moet met 2
pijpsteunen ondersteund worden. De tweede pijpsteun moet op 3/4 van de pijplengte
vanaf de rolgroever geplaatst worden.
2. Breng het bovenste rolgroefhuis omhoog.
914
Open de groefrol van de aandrijfrol door de diepte-instelschroef te draaien (fig. 9).
916
Breng de aanzethandel omhoog (fig. 10).
918
Zet de ontlasthandel van de pomp in de "RETURN" stand (naar de bediener toe)
(fig. 11).
3. Schuif de haakse pijp en pijpsteun naar de rolgroever om er zeker van te zijn dat de
pijp vlak tegen de aandrijfrolflens aanligt. (fig.12).
4. Stel de pijp waterpas door de pijpsteun bij te stellen. (fig. 13).
5.Trek de pijp en pijpsteun in een hoek van circa 1/2° van of naar de bediener zoals
hieronder is aangegeven:
Opmerking: Indien de machine "FORWARD" (= rechtsom) draait, duw de pijp
een 1/2° weg van de bediener (fig. 14).
Opmerking: Indien de machine "REVERSE" (= linksom) draait, trek de pijp
een 1/2° naar de bediener toe (fig. 15).
Instellen van de rolgroefdiepte
Opmerking: Ten gevolge van de verschillende pijpeigenschappen moet altijd een
proefbewerking worden uitgevoerd bij de installatie of bij de overgang op andere
pijpmaten. De index-diepte-instelknop moet voor iedere pijp-/buisdiameter opnieuw
ingesteld worden.
914
Draai de diepte-instelling vast om de rolgroever op de pijp te zetten. Draai niet te vast.
Draai de instelring om de juiste diepte voor de groef in te stellen (zie tabel 1)
916
1. Breng de aanzethandel omhoog.
2. Draai de diepte-instelknop geheel los.
3. Draai de diepte-instelschroef vast zoals is aangegeven in fig. 16.
4. Draai de diepte-instelknop terug.
918
1. Verstel de bovenste groefrol door de ontlasthandel van de pomp in de "ADVANCE"
stand (weg van de bediener) te zetten en pomp de handel totdat de bovenste rol de
buitenste diameter van de pijp raakt die gegroefd moet worden.
2. Draai de index-diepte-instelknop naar beneden (met klok mee) totdat deze stopt
tegen de bovenzijde van de machine (fig. 17).
3. Draai de diepte-instelknop terug (fig. 18).
Vormen van de groefrol
914
1. Diepte-instelling circa één omwenteling verdraaien.
2. Beweeg de borgpal naar het rolschroefgedeelte en draai deze om de 914 rond de pijp
te plaatsen.
3. Stop na één omwenteling en herhaal de stappen 1 en 2 totdat de diepteaanslag is
bereikt.
4. Controleer de diepte van de groef en stel de diepteaanslag op de gewenste stand in.
Nom.
Min.
Pijpmaat
Lengte
36
4
8
36
4 1/2
8
36
5
8
36
6 O.D.
8
36
6
8
36
8
8
36
10
8
12
8
Max.
Lengte
36
32
32
30
28
24
24
24