Training in functie MANUAL
(oefenen zonder voorprogrammatie)
Selecteer MANUAL via UP/DOWN en
bevestig met ENTER.
Programmeer de totale oefentijd opnieuw
met UP/DOWN/ENTER.
Druk op START om de oefening aan te
vatten.
Stel de weerstand (load) in met UP/DOWN
(32 weerstandsniveau's).
Stop/pause via STOP.
Druk RESET om het programma te
beëindigen.
Training in functie PROGRAM
(oefenen met voorprogrammatie)
Selecteer beginner, advanced of
performance via UP/DOWN en bevestig
met ENTER.
Kies een profiel via UP/DOWN/ENTER.
Programmeer de totale oefentijd met
UP/DOWN/ENTER.
Druk op START om de oefening aan te
vatten.
Pas eventueel de weerstand (load) aan
met UP/DOWN.
Stop/pause via STOP.
Druk RESET om het programma te
beëindigen.
Training in functie CARDIO
(oefenen via hartslag)
Selecteer CARDIO via UP/DOWN/ENTER.
Programmeer het gewenste hartslagritme
met UP/DOWN/ENTER.
Programmeer de totale oefentijd via
UP/DOWN/ENTER, en druk vervolgens op
START om de oefening aan te vatten.
Wanneer een hartslag doelzone is
ingesteld wordt de weerstand automatisch
geregeld met een interval van 30
seconden, in functie van de hartslag. In
geval van een te hoge waarde, zal de
weerstand verminderd worden in functie
van de ingestelde waarde, met intervals
van 15 seconden.
Stop/pause via STOP.
Druk RESET om het programma te
beëindigen.
HR training vereist het gebruik van een
hartslagzender.
Hartslaglezing via deze computer is
een benaderende niet geijkte waarde,
en mag niet als leiddraad aangewend
worden in een cardio-gerelateerde
therapie.
38