Table des Matières
Publicité
5.2 Préparation du manomètre de pression
différentielle
- Relier un côté des tuyaux de contrôle avec l'adaptateur
*+* et *-* le manomètre de pression différentielle.
5.2 Voorbereiding van de
drukverschilmanometer
- Steeds één uiteinde van de controleslang met de
adapter *+* en *-* van de verschildruk-manometer
verbinden.
5.3 Raccorder le manomètre de pression différentielle
pour le contrôle de fonctionnement du clapet de retenue
d'entrée et le clapet d'écoulement
- Insérer et encliqueter un tuyau de contrôle su moyen de
l'accouplement rapide sur l'adaptateur (les soupapes de détente doivent être
raccordées aux tuyaux.)
- Raccorder le tuyau de contrôler de la vanne de contrôle A sur le
raccord marqué avec ``+`` du manomètre de pression différentielle.
- Raccorder le tuyau de contrôle de la vanne e contrôle VB sur le
raccord marqué ``-`` du manomètre de pression différentielle.
- A = zone de pression amont, B = zone de pression centrale,
C = zone de pression avale
5.3 Verschildruk-manometer voor functie
controle ingangs-terugstroomklep en
uitlaatklep aansluiten
-
Steeds een controleslang door middel van een snelkoppeling
op de adapter steken en inklikken (overdrukventielen op de
slangen moeten gesloten zijn.)
- De controleslang van controleklep A op de met ``+``
gekenmerkte aansluiting van de verschildruk-manometer
aansluiten.
- De controleslang van controleklep B op de met ``-`` gekenmerkte
aansluiting van de verschildruk-manometer aansluiten.
- A= voordrukzone, B = middeldrukzone, C = achterdrukzone
bezeichnet die Mitteldruckzone.
- In der weiteren Beschreibung ist *C* die Bezeichnung
der Hinterdruckzone.
- 5 -
+ ‐
A
B
C
B
Publicité
Table des Matières
