SNELHEIDSREGELING
De fabrieksinstelling is de juiste. Ga na of er tijdens het gebruik een wijziging optreedt.
Door de schroef van de accelerator in uurwijzerzin te verstellen, wordt het toerental verhoogd en door
ze in de andere richting te verstellen, wordt het toerental verlaagd
De snelheidsinstelling moet gebeuren 5 minuten nadat de motor is aangezet
MOTOR UITZETTEN
1. Zet de starthendel op de laagste snelheid en wacht 2 tot 3 minuten
2.
Draai de brandstofkraan dicht
3.
Druk op de stopknop, de motor valt stil
ONDERHOUD
De levensduur van het apparaat hangt af van een correct gebruik en onderhoud
Onderhoud na de werking
1.
Verwijder na gebruik stof en vuil van de pomp
1.
Controleer de motor op brandstoflekken
2.
Controleer periodiek of de schroeven goed afgesteld zijn en controleer op losse onderdelen
3.
Als er zand of steentjes werden opgezogen, demonteer de pomp dan en reinig ze. De waarborg dekt
geen schade die hieruit is ontstaan.
Bij extreem koud weer bestaat het gevaar op bevriezing, wat slecht is voor de pomp. Te
vermijden dus.
Onderhoud om de 30 uur. Reinig de luchtfilter en controleer de afstand tussen de elektroden van de
bougie (0,6 tot 0,7 mm).
Onderhoud om de 30 uur
1.
Reinig de luchtfilter met benzine en maak droog