3. MONTAGEINSTRUCTIE VAN MEEGELEVERDE DELEN
3.1 MONTAGE VAN HET DISPLAY (INDIEN NOG NIET GEÏNSTALLEERD)
G
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
3.2 PLAATSEN VAN DE RUIMTE-TEMPERATUURSENSOR
De ruimtetemperatuursensor bevindt zich aan de achterzijde van de kachel. Rol de
kabel van de sensor zover af dat het uiteinde van de sensor zich 5 cm van de vloer
bevindt (zie afbeelding 6). Zorg ervoor dat de sensor niet tegen de warme delen
van de kachel aankomt.
4. MINIMALE EISEN AAN HET ROOKKANAAL / SCHOORSTEEN
De schoorsteen / het rookkanaal is een zeer belangrijk onderdeel van de installatie.
In dit hoofdstuk word gesproken over de minimale eisen waaraan het rookkanaal
/ schoorsteen van de pellet kachel moet voldoen om een goede werking van de
kachel te waarborgen.
G
De fabrikant en distributeur wijzen uitdrukkelijk alle verantwoordelijkheid van de
hand indien:
•
•
1
136
Alleen van toepassing voor modellen met majolica-zijpanelen:
Plaats de majolica-zijpanelen alvorens het display wordt gemonteerd.
Verwijder de bovenplaat van de kachel. Deze ligt los op de kachel.
Draai de twee schroeven welke aan de achterzijde van de kachel gemon-
teerd zijn, ( zie afbeelding 1), los zodat de twee gleuven van de displaymon-
tageplaat tussen de schroeven passen.
Druk de gemonteerde ringen, welke zich om de twee losgedraaide schroe-
ven bevinden, tegen de kachelwand.
Plaats de displayplaat met het display, door deze met de gleuven tussen de
kop van de bout en de ring te schuiven, (zie afbeelding 2).
Draai vervolgens de beiden schroeven aan zodat de displayplaat stevig vast
zit. (Zie afbeelding 3)
Controleer of de platte kabel vrij kan bewegen achter de displayplaat.
Verwijder het beschermingsmateriaal welke zich om de platte kabel bevindt
(zie afbeelding 4).
Schuif de platte kabel in de beschermgoot (zie afbeelding 5).
Plaatselijke / nationale regels, voorschriften, verordeningen en
normen moeten te allen tijde in acht genomen worden. Wanneer de
in deze handleiding verstrekte installatievoorschriften afwijken van
de plaatselijke / nationale en/of regionale wetgeving moeten de laatst
genoemde voorwaarden worden toegepast.
De installatie niet voldoet aan de nationale / lokale wetgeving.
Indien er geen sprake is van nationale / lokale wetgeving, de minimale ge-