Aanbevolen reinigingsmethode
Reinigingsmiddel in geringe hoeveelheid
op het droge oppervlak sproeien en laten
inwerken (niet laten opdrogen!).
Spoel losgeraakt vuil er met de hoge-
drukstraal af.
Na het gebruik de filter in zuiver water
dompelen. Doseerklep op de hoogste
concentratie draaien. Apparaat starten en
gedurende een minuut schoonspoelen.
Werking onderbreken
Hendel van het handspuitpistool losla-
ten, het apparaat wordt uitgeschakeld.
Hendel van het handspuitpistool op-
nieuw aantrekken, het apparaat wordt
opnieuw ingeschakeld.
Apparaat uitschakelen
Apparaatschakelaar op „0" stellen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Watertoevoer sluiten.
Handspuitpistool bedienen tot het ap-
paraat drukvrij is.
Veiligheidshendel van het handspuitpi-
stool bedienen om de hendel van het pi-
stool te beveiligen tegen onbedoeld
activeren.
Alleen bij HD 9/20-4 ...:
Gevaar
Verbrandingsgevaar door heet water. Rest-
water dat zich in het uitgeschakelde appa-
raat bevindt, kan heet worden. Bij het
verwijderen van de slang van de watertoe-
voer kan het verhitte water eruitspuiten en
brandwonden veroorzaken. Slang pas
wegnemen als het apparaat afgekoeld is.
Apparaat opslaan
Handspuitpistool in de houder steken.
Hogedrukslang oprollen en over het
slangopbergvak hangen.
of
Hogedrukslang op de slangtrommel
wikkelen. Greep van de krukhendel in-
schuiven om de slangtrommel te blok-
keren.
Aansluitkabel rond de kabelhouder wik-
kelen.
Stekker met gemonteerde clip bevesti-
gen.
Vorstbescherming
Voorzichtig
Vorst beschadigt het apparaat als het water
er niet volledig uit is.
Apparaat op een vorstvrije plaats bewaren.
Indien een vorstvrije plaats niet mogelijk is:
Water aflaten.
Gebruikelijk antivriesmiddel door het
apparaat pompen.
Waarschuwing
courant antivriesmiddel voor voertuigen op
basis van glycol gebruiken.
Behandelingsvoorschriften van de fabri-
kant van het antivriesmiddel in acht nemen.
Apparaat max. 1 minuut laten draaien
tot de pomp en de leidingen leeg zijn.
Voorzichtig
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Voor het transport op lange trajecten
het apparaat aan het greep achter zich
aan trekken.
Bij apparaten zonder slangtrommel de
duwbeugel voor het dragen naar om-
laag brengen. Apparaat voor het dra-
gen aan de grepen en niet aan de
duwbeugel vastnemen.
Voor het transport in liggende positie de
reinigingsmiddelflessen uit de flessen-
houder nemen en sluiten.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
– 6
NL
Vervoer
63