2. VERKLARING VAN SYMBOLEN
Een uitroepteken in deze gebruiksaanwijzing verwijst naar belangrijke instructies,
die onvoorwaardelijk dienen te worden opgevolgd.
Het pijlsymbool ziet u, wanneer u bijzondere tips en aanwijzingen voor de bediening zult
verkrijgen.
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de desbetreffende Europese
richtlijnen.
Alleen voor toepassing in droge binnenruimtes.
Lees voor ingebruikname de volledige gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Beschermingsniveau 2 (dubbel geïsoleerd, dubbele of versterkte isolatie).
3. VOORGESCHREVEN GEBRUIK
Het laadapparaat dient voor het opladen van 1 tot 4 ronde cellenaccu's. De laadschachten
werken onafhankelijk van elkaar en kunnen ook van verschillende accutypes worden voorzien.
Ni-MH resp. Ni-Cd-staafbatterijen van het type A, AA (Mignon, LR6), AAA (Micro, LR3), Baby
(C), Sub-C en Lithium-ion staafbatterijen van het type CR-123A, 10440, 14500, 16340,16650,
17355, 17500, 17670, 18490, 18500, 18650, 22650, 26500 of 26650 kunnen geplaatst worden.
De microprocessorgestuurde lader beschikt over een individuele schachtbewaking, herkenning
van het voltooien van het opladen (niet op delta-V voor Ni-Cd/Ni-MH en 4,2 V bij Li-ion) en
een behoudlaadfunctie voor Ni-Cd en Ni-MH-accu's. Bij Li-Ionaccu's wordt de celspanning
bewaakt. Als deze onder de 4,0 V zakt, wordt de accu opnieuw volledig opgeladen. Li-Ionaccu's
worden met behulp van een vooringesteld, gestandaardiseerd CC/DV-laadprogramma
opgeladen.
In de lader zijn diverse laad- en ontlaadprogramma's en testfuncties geïntegreerd waarmee de
accu getest en geconditioneerd kan worden. Beide buitenste laadschachten kunnen bij afzon-
derlijke of gelijktijdige toewijzing met een verhoogde laadstroom worden gebruikt. Batterijen
van het formaat Baby (C) resp. batterijen met dezelfde diameter dienen in de beide buitenste
laadschachten geplaatst worden.s
61