6.
Klik op de applicatie D
detector toevoegen.
7.
Voer een Naam in voor de detector en pers Verbind.
Schakel de detector in en met een druk op
8.
Bluetooth
®
-verbinding.
9.
Zal de applicatie D
E
laser weergeven op het Diagnostische scherm:
• Als de actuele instellingen behoren tot de "favoriete
instellingen" die u voor de laser hebt opgeslagen, zal de
NL
naam van die instelling (bijv., Hoofdstraat - Locatie 1) worden
getoond.
• Als iemand de laser laat gevallen, of als de laser ruw wordt
behandeld, enz., worden er berichten naar de applicatie Tool
Connect™ verzonden zodat u daarvan weet.
• Als de functie Tracking is ingeschakeld, zal de applicatie
weten waar de laser is en zal u een melding sturen als de
laser is meegenomen en zich nu buiten het bereik bevindt.
(De Knoopcelbatterij maakt de functie Opsporen (Tracking)
mogelijk.)
10.
Selecteer HANDELINGEN.
• Als u meer dan één roterende laser gebruikt, er werd
nagegaan welke laser met de applicatie is gekoppeld, druk
dan op de knop Identificatie (Identify) aan de onderzijde van
het scherm. Op de gekoppelde laser zal de blauwe LED naast
knipperen.
• U kunt naar wens de laser inschakelen, uitschakelen of u kunt
de koppeling verbreken.
11.
Selecteer Roteren Bedienen als u de instelling voor de
roterende laser wilt wijzigen.
• Wanneer
is geselecteerd, kies dan de rotatiesnelheid (150,
300, 600, or 1200).
15˚/45˚/90˚
• Selecteer
en kies de rotatiehoek (0, 15, 45, 90 of 360) en de
rotatierichting (
• Selecteer
en kiest de Instelling Helling, Instelling As (X of
Y), Hellingconfiguratie (% of graden), # graad of %.
12.
De laser bedienen met uw mobiele telefoon.
128
WALT
®
Tool Connect™, pres een
E
vervolgens de
®
WALT
Tool Connect™ informatie over de
of
).
Hebt u dit voltooid, schakel de laser dan uit op het Diagnostische
13.
scherm.
De koppeling van de detector en de applicatie verbreken
U kunt de koppeling van de detector en de applicatie D
Connect™ het bereiken en terugkeren naar het koppelen van de
applicatie met de laser-unit, door als volgt stapsgewijs te werk te gaan.
Verbreek op de applicatie D
1.
met de detector op het Diagnostische scherm.
2.
Schakel de detector uit.
Druk op het toetsenblok van de laser op
3.
en schakel de verbinding met de detector uit. Wanneer de
koppeling van de detector met de laser eenmaal is verbroken,
zal de laser automatisch weer gekoppeld zijn met de applicatie
®
D
WALT
Tool Connect™.
E
U kunt dan controleren dat de laser-unit met de applicatie
4
is gekoppeld. Selecteer op het scherm HANDELINGEN de
knop Identificatie aan de onderzijde van het scherm. Op de
gekoppelde laser-unit zal de blauwe LED knipperen.
Als u vervolgens koppeling van de laser-unit met de applicatie
5
®
D
WALT
Tool Connect™ wel te bereiken, kunt u dat doen in het
E
scherm Handelingen.
Accessoires
Aanbevolen accessoires voor gebruik bij dit gereedschap zijn
verkrijgbaar in het lokale servicecentrum van de fabriek.
WAARSCHUWING:
Accessoires die niet worden aangeboden door D
niet met deze laser getest, en daarom kan het gebruik van
dergelijke accessoires met deze laser gevaarlijk zijn. Beperk
het risico van letsel, gebruik alleen D
die voor gebruik met deze roterende laser zijn aanbevolen.
Heeft u hulp nodig bij het vinden van een accessoire, ga dan naar
onze website www.2helpU.com.
WALT
®
E
WALT
®
Tool Connect™ de verbinding
E
(Afbeelding
WALT zijn
E
®
-accessoires
WALT
E
Tool
)
A 6