Montage
Montage van de brander
Ø a (mm)
Ø b (mm)
250
300 tot 400
M12
5
4
6
32
Montage branderkop
· Branderplaat/keteldeur volgens
nevenstaande figuur voorbereiden.
· Binnendiameter a op 250mm
vastleggen.
· Voor de bevestiging van de
branderkopflens zijn 4 boringen M12
(gatdiameter 300-400mm) volgens
nevenstaande figuur noodzakelijk.
c
d
45°
Montage branderhuis
Wanneer het branderhuis wordt
opgehangen onder de as van de
verbrandingskop, als volgt te werk
gaan.
· Monteer het branderhuis op de
branderkop (tegenover de
gasaansluiting) door middel van de
pen F.
· Monteer de branderkop en draai
vast met de schroef C aan de
zijkant (contramoer M10 en
inbusschroef).
· Sluit de twee ontstekingskabels en
de ionisatiekabel aan.
· Sluit de brander met pen E.
Inbouwdiepte van de branderbuis
en inmetselen
Bij warmtegeneratoren zonder
gekoelde voorwand is inmetselen 5
noodzakelijk, voor zover tenminste de
constructeur van de ketel geen andere
instructies geeft. De manier van
inmetselen is in nevenstaande illustratie
te zien. Het inmetselen mag de
voorkant van de vlambuis niet
overlappen en moet met minimaal 60°
conisch toelopen. De spleet tussen de
inmetseling en de branderbuis moet
met een elastisch, onbrandbaar
isolatiemateriaal 6 worden opgevuld. Bij
ketels met omkeer vuurhaard moet een
minimale invoerdiepte A van de
branderbuis volgens opgave van de
ketelconstructeur in acht worden
genomen.
05/2004 - Art. Nr. 13 014 502A
· Tapbouten M10 in de branderplaat/
keteldeur schroeven en de
isolatiebasis aanbrengen. Bij
gatcirkel < 400mm voorgestanste
ovale gaten op de vereiste maat
uitsnijden.
· Branderkop met 4 zeskantmoeren
M12 bevestigen.
· De ruimte tussen de branderkamer
en de branderbuis opvullen met
vuurvast materiaal.
Opgepast:
de inlaatleiding voor de
branderdruk pF mag niet verstopt
zijn.
· Draai de veiligheidsschroef D vast.
· Indien nodig kan de behuizing over
de branderkopflens gemonteerd
worden.
Andere branderhuisposities zijn niet
mogelijk.