INWERKINGSTELLING EN GEBRUIK
1 - EERSTE GEBRUIK
Let er op, als u uw apparaat uitpakt, dat u zorgvuldig al het materiaal
■ ■
waarmee het is vastgezet verwijdert.
Een nieuw apparaat kan licht roken tijdens het eerste gebruik. Om
■ ■
dit verschijnsel te beperken, verwarmt u uw apparaat gedurende
10 minuten (thermostaat 1), vervolgens laat u het volledig afkoelen.
2- AANZETTEN
Steek de stekker van uw flensjesbakplaat in. Zet de thermostaat
■ ■
op de stand «maxi». Laat hem 8 minuten voorverwarmen.
Plaatst u de accessoirehouder nadat u hem hebt gevuld met water.
■ ■
Vet de bakplaat licht in. Gebruik daar een kleine zijden penseel voor
■ ■
of een stuk keukenrol dat u licht in olie hebt gedrenkt. Vergeet
dit invetten niet, want het is erg belangrijk (zelfs met de
antiaanbaklaag).
a) Het bereiden van een grote pannenkoek:
Neem een volle soepopscheplepel beslag, schenk het in het
■ ■
midden van de plaat.
Neem de beslagriek luchtig bij het handvat en houd hem tussen
■ ■
duim, wijsvinger en middelvinger, zonder hem strak vast te klemmen.
Houd de beslagriek op het beslag en maak dan een draaiende
beweging (zonder te drukken) om het beslag te verdelen. U moet
er even de handigheid in krijgen...
Neem de bakspatel om de pannenkoek los te maken. Plaats de
■ ■
schuine kant van de bakspatel op de rand van de bakplaat en maak
de pannenkoek los door er, steeds vanaf de buitenkant, omheen
te gaan, ga dan, beetje bij beetje, naar het midden.
BELANGRIJK: na elk gebruik van de beslagriek, dient u hem af te
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
spoelen in het waterreservoir. Wis de bakspatel zorgvuldig af om
alle deeltjes die er misschien aan zijn blijven plakken te verwijderen.
U kunt hem daarna op de daarvoor bedoelde steun plaatsen.
Om de pannenkoek om te keren, neemt u een in vieren gevouwen
■ ■
servet. Schuif de bakspatel onder de pannenkoek, tot in het midden.
Plaats uw servet op de pannenkoek, alsof u er een sandwich van
maakt (tussen de bakspatel en het servet). Keer hem om en leg
hem vervolgens weer neer.
BELANGRIJK: voordat u de pannenkoek losmaakt, is het noodzakelijk
om de eerste zijde goed te laten bakken.
Vouw de pannenkoek vervolgens naar believen: in tweeën, in vieren,
■ ■
als rol, als een enveloppe...
N.B.: De baktijd varieert afhankelijk van de dikte van de pannenkoeken
en de temperatuur. U kunt echter minstens 20 pannenkoeken per
uur bereiden en, naargelang het beslag en de dunheid van de
pannenkoeken, tot 35 pannenkoeken per uur.
b) Het bereiden van flensjes:
Neem de opscheplepel die bij het apparaat werd meegeleverd. Vul
■ ■
hem met beslag en schenk dit in een afdruk. Gebruik de onderkant
van de opscheplepel om het beslag te verdelen.
Gebruik de meegeleverde bakspatels om de flensjes los te maken
■ ■
en te keren.
14