NL
Het apparaat houdt automatisch op te verwarmen,
zodra de ingestelde temperatuur in de ruimte is bereikt.
Als de ruimte weer afkoelt, dan begint het automatisch
weer met het verwarmingsproces, zolang het is inge-
schakeld.
5. Zet om het apparaat uit te schakelen de Aan / Uit-schake-
laar in stand 0.
6. Laat het apparaat afkoelen en trek de kabel uit de contact-
doos.
Timer instellen
Dankzij de Timer functie kan een gewenste bedrij fsduur tussen
1 – 12 uur worden ingesteld, waarna het apparaat zich auto-
matisch uitschakelt.
1. Schakel het apparaat in (zie hoofdstuk 'Gebruik').
2. Druk op de Timer-toets (11). Op het display (10) knippert 0.
Stel met de toetsen + Bedrij fsduur verhogen (9) / – Bedrij fs-
duur verlagen (13) de gewenste bedrij fsduur in. Wanneer
het cij fer in het display ophoudt te knipperen, dan is de
gekozen bedrij fsduur ingesteld.
3. Kies de temperatuur en snelheid van de verwarmingsventi-
lator (zie 'Gebruik'). Vervolgens wisselt de display-indicatie
tussen ingestelde bedrij fsduur en temperatuur.
4. Na afl oop van de gekozen bedrij fsduur stopt het apparaat
automatisch met het verwarmingsproces en schakelt in de
standby modus.
5. Zet om het apparaat uit te schakelen de Aan / Uit-schake-
laar (2) in stand 0.
6. Laat het apparaat afkoelen en trek de kabel uit de contact-
doos.
52