Mini verwarming
■
Bescherm het apparaat tegen andere warmtebronnen,
open vuur, extreem lage temperaturen, langdurige voch-
tigheid en stoten.
■
Gebruik om de werking van het apparaat niet te benadelen
en om eventuele schade te verhinderen alleen origineel
toebehoren van de fabrikant.
GEBRUIK
Opgelet!
■
Het apparaat mag tij dens het bedrij f niet zonder toezicht
worden gelaten!
■
Gebruik de verwarming alleen aangesloten op verticaal ge-
installeerde wandcontactdozen, niet horizontaal (liggend).
■
Het apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen over-
verhitting, die het apparaat bij oververhitting uitschakelt.
1. Sluit het apparaat aan op een volgens de voorschriften
geïnstalleerde, goed toegankelij ke contactdoos.
2. Zet om het apparaat in te schakelen de Aan / Uit-scha-
kelaar (2) in stand I. In het display (10) knippert 25 (voor
25 °C) en het verwarmingsproces start.
3. Stel met de toetsen + Temperatuur verhogen (9) / – Tem-
peratuur verlagen (13) de gewenste temperatuur (15
– 32 °C) in. Wanneer het cij fer in het display ophoudt te
knipperen, dan is de gekozen temperatuur ingesteld.
4. Stel met de Speed-toets (12) de snelheid van de verwar-
mingsventilator in:
HH – hoge snelheid
LL – lage snelheid
NL
51