4. Frontpaneel
¡ Benaming van componenten en functieknoppen
1 Stroombek
2 Klauwopener
3 Verlichtingsknop
Voor het (de)activeren van de
displayverlichting.
4 Functieschakelaar
Voor selecties van de functie
ACA/Aardingsweerstand
5 Geheugentoets
Voor controle van de meetwaarde
met elke datanummer.
6 Knop voor behoud van de gegevens
Om de weergegeven waarde te behouden.
Om de vastgelegde waarde te wissen.
7 Aanschakelknop
Om het toestel aan/uit te schakelen.
8 Uitleesscherm (LCD)
9 Pijltjestoets (BOVEN)
Om het datanummer te selecteren; om
de gemeten waarde op te slaan of om
de opgeslagen waarden te bekijken.
10 Pijltjestoets (ONDER)
Om het datanummer te selecteren; om
de gemeten waarde op te slaan of om
de opgeslagen waarden te bekijken.
11 Geheugentoets
Voor het opslaan van de gemeten waarde.
¡ Weergegeven symbolen
Wordt weergegeven tijdens het opslaan of als het
instrument in geheugenmodus is.
Wordt weergegeven als de batterijen uitgeput zijn.
Wordt weergegeven in de functie aardingsweerstabd
als de stroombek niet gesloten is.
Wordt weergegeven in de functie aardingsweerstand in
geval van stroom of ruis die de meting beïnvloeden.
Wordt weergegeven in data-hold-modus.
Wordt weergegeven in de ACA-functie.
Wordt weergegeven in continuïteitsmodus-
aardingsweerstandsfunctie.
3
4
5
― 26 ―
Datanummer
van 1 tot 100
Gemeten waarde
1
2
6
7
8
9
11
10
Eenheid