Q Naam en functie van indicatoren
en bedieningselementen op de
binneneenheid
Displaypaneel
3
2
De gebruiksomstandigheden zijn hierna aangegeven.
1
WERKING (Groen)
Dit lampje is aan tijdens de werking.
2
TIMER (Groen)
Dit lampje is aan als de timer gereserveerd is.
OPMERKING
IAls de timer wordt ingesteld met de bedrade
afstandsbediening, gaat het lampje TIMER niet aan.
Bij groepsbediening gaat enkel het lampje TIMER op de
kopeenheid aan. (zie "6 BEPERKTE WERKING DOOR
GROEPSBEDIENING")
3
Voorverwarmen/Ontdooien (Oranje)
Dit lampje gaat aan als de stroom wordt
ingeschakeld, onmiddellijk na het begin van de
verwarmingswerking of tijdens het ontdooien.
10-NL
1112750104.indb 154
1
4
• Confl ict in de werkingsmodus
Als u AUTOMATISCHE WERKING selecteert in een
model zonder automatische omschakeling (koelen/
verwarming), of als u VERWARMEN selecteert
in een model dat enkel geschikt is om te koelen,
geeft de airconditioner een alarmgeluid (piep, piep)
wegens een confl ict in de werkingsmodus. Wijzig
de werkingsmodus met de toets MODE op de
draadloze afstandsbediening. Deze
confl ictaanduiding kan niet worden opgeheven met
de bedrade afstandsbediening.
• Als een lokale blokkering ingesteld is door het
centrale bedieningssysteem van andere apparatuur,
wordt geen signaal ontvangen, ook niet als op de
toets op de afstandsbediening wordt gedrukt. Een
signaal van de toets START/STOP wordt echter
wel aanvaard. (Het alarmgeluid "piep" weerklinkt vijf
keer na elkaar.)
4
TIJDELIJKE werking
Als u de draadloze afstandsbediening niet meer
terugvindt, als u ze kwijt bent of als de batterijen leeg
zijn, drukt u op de toets
• Druk op de toets
starten.
Druk nogmaals op deze toets om de airconditioner
te stoppen.
– 154 –
Owner's Manual
LET OP
.
om de airconditioner te
12/8/2559 BE 5:07 PM