2.5. Elektrische werkzaamheden
Onze elektrische producten worden aangedreven met
wissel- of industriële krachtstroom. De plaatselijke voor-
schriften moeten worden nageleefd. Voor de aansluiting
dient het schakelschema in acht te worden genomen. De
technische instructies moeten strikt worden opgevolgd!
Wanneer een machine is uitgeschakeld door een beveili-
ging, mag deze pas weer worden ingeschakeld nadat de
fout is verholpen.
Gevaar door elektrische stroom!
Door ondeskundige omgang met stroom tijdens elek-
trische werkzaamheden dreigt levensgevaar! Deze
werkzaamheden mogen uitsluitend door een gekwa-
lificeerde elektricien worden uitgevoerd.
Pas op voor vocht!
Door het binnendringen van vocht in de kabel raakt
de kabel beschadigd en onbruikbaar. Daarnaast kan
er water in de aansluitruimte of motor binnendringen
en schade veroorzaken aan klemmen of de wikkeling.
Dompel het kabeluiteinde nooit onder in de pomp-
vloeistof of een andere vloeistof.
2.5.1. Elektrische aansluiting
De bediener van de pomp moet geïnstrueerd zijn over de
stroomtoevoer en de uitschakelmogelijkheden ervan. Bij
het aansluiten van de pomp op het elektrische schakelsys-
teem, met name bij de toepassing van bijv. frequentieom-
vormers en soft starter, moeten voor het aanhouden van
de elektromagnetische compatibiliteit de voorschriften
van de fabrikant van het schakeltoestel in acht worden
genomen. Eventueel zijn voor de stroom- en stuurkabels
aparte afschermmaatregelen nodig (bijv. speciale kabels).
De aansluiting mag alleen plaatsvinden als de schakel-
toestellen voldoen aan de geharmoniseerde EU-normen.
Mobiele telefoons kunnen storingen in de installatie ver-
oorzaken.
Waarschuwing voor elektromagnetische straling!
Door elektromagnetische straling bestaat levensge-
vaar voor personen met een pacemaker. Breng een
overeenkomstig opschrift aan op de installatie en
wijs betroffen personen hierop!
2.5.2. Aardaansluiting
Onze pompen moeten principieel worden geaard. Wan-
neer de mogelijkheid bestaat dat personen met de pomp
en de vloeistof in aanraking komen, moet de geaarde aan-
sluiting daarnaast nog worden beveiligd met een beveili-
ging tegen foutstroom. De elektromotoren voldoen aan
motorbeschermingsklasse IP 68.
2.6. Gedrag tijdens het bedrijf
Bij het bedrijf van het product moeten de op de werkplek
van de machine geldende wetten en voorschriften m.b.t.
beveiliging van de werkplek, ongevallenpreventie en om-
gang met elektrische machines worden nageleefd. In het
belang van een veilig werkproces moet de werkindeling
van het personeel worden vastgelegd door de gebruiker.
Het voltallige personeel is verantwoordelijk voor de nale-
ving van de voorschriften.
Tijdens het bedrijf draaien bepaalde onderdelen (waaier,
propeller) om de vloeistof te verpompen. Door bepaalde
bestanddelen kunnen er aan deze onderdelen zeer scher-
pe randen ontstaan.
Waarschuwing voor draaiende onderdelen!
De draaiende onderdelen kunnen ledematen beknel-
len en afsnijden. Grijp tijdens het bedrijf nooit in het
pomponderdeel en raak draaiende onderdelen niet
aan. Schakel de machine vóór onderhouds- of repa-
ratiewerkzaamheden uit en laat de draaiende onder-
delen tot stilstand komen!
2.7. Veiligheids- en bewakingscontroles
Onze pompen zijn uitgerust met verschillende veiligheids-
en bewakingscontroles. Dit zijn bijv. temperatuurvoelers,
controle van de afdichtkamer, etc. Deze inrichtingen mo-
gen niet worden gedemonteerd of uitgeschakeld. Inrich-
tingen zoals temperatuurvoelers, vlotterschakelaars, etc.
moeten vóór de inbedrijfstelling door een elektricien aan-
gesloten en op correcte werking gecontroleerd zijn.
Houd er hiervoor ook rekening mee dat voor bepaalde
inrichtingen een analysetoestel of -relais nodig is voor
een probleemloze werking, bijv. PTC-weerstanden en
PT100-voelers. Dit analysetoestel is te verkrijgen via de
fabrikant of elektricien.
Het personeel moet geïnstrueerd zijn over de gebruikte
inrichtingen en de werking ervan.
Pas op!
De machine mag niet worden gebruikt als de veilig-
heids- en bewakingscontroles tegen de voorschrif-
ten in zijn verwijderd, beschadigd en/of niet functi-
oneren!
2.8. Bedrijf in explosieve atmosfeer
Met "Ex" gemarkeerde pompen zijn geschikt voor bedrijf
in explosieve atmosfeer. Voor deze toepassing moeten de
pompen aan bepaalde richtlijnen voldoen. Tevens moeten
bepaalde gedragsregels en richtlijnen door de gebruiker
worden nageleefd. Pompen die zijn goedgekeurd voor
toepassing in explosieve atmosferen, worden aan het
einde van de aanduiding gemarkeerd met de toevoeging
"Ex"! Bovendien is op het typeplaatje een "Ex"-symbool
aangebracht! Het is van belang dat de handleiding "Aan-
vulling montage- en bedrijfshandleiding voor explosievei-
lige dompelpompen en roerwerken" in acht wordt geno-
men, die zich in de bijlage bevindt.
2.9. Geluidsdruk
De pomp heeft, naargelang afmeting en vermogen (kW)
tijdens het bedrijf een geluidsdruk van ca. 60 dB (A) tot
110 dB (A). De werkelijke geluidsdruk is echter afhankelijk
van meer factoren. Dat zijn bijv. installatie- en opstellings-
wijze, bevestiging van toebehoren, persleiding, werkpunt,
dompeldiepte, etc. Wij raden u aan een extra meting op
de werkplek uit te voeren, als het product op zijn werk-
punt en onder alle bedrijfsvoorwaarden draait.
Pas op: Gehoorbescherming dragen!
Volgens de geldende wetten en voorschriften is een
gehoorbescherming vanaf een geluidsdruk van 85 dB
(A) verplicht! De gebruiker dient ervoor te zorgen dat
dit wordt nageleefd!
nEdlErlands | 29