(4)
Displayweergave
Hier worden die signaalniveaus bij opname resp. weergave en de bedrijfstoestand aangegeven.
(5)
Bandteller voor deck B
Met behulp van deze bandteller kunt u een bepaalde plaats op de band terugvinden. Druk op de toets naast
de teller om het terug op 000 te zetten.
(6)
Regelaar REC LEVEL
Deze regelaar dient voor het aanpassen van het signaalniveau bij de opname (alleen actief bij opnames van
externe geluidsbronnen, bij de opname vanaf deck A wordt de opname automatisch gestuurd).
(7)
Loopwerktoetsen
REC: Druk deze toets gelijktijdig in met de toets (PLAY), om een opname te starten.
PLAY: Druk op deze toets om de weergave te activeren.
REW: Druk op deze toets om de cassette terug te spoelen.
FF: Druk op deze toets om de cassette vooruit te spoelen.
/ STOP/EJ.: Druk één keer op deze toets, om de loopwerkfunctie te stoppen, druk nogmaals,
om het cassettevak te openen.
PAUSE: Druk op deze toets om de weergave of de opname kort te onderbreken. Door nogmaals indrukken
wordt de pauze-functie terug uitgeschakeld.
(8)
Toets REC CrO
2
Druk op deze toets, om een CrO
(9)
Taste HI.SP.DUB.
Met deze toets wordt de snelle kopieerfunctie van deck A naar deck B geactiveerd (steeds gebruiken in
combinatie met de toets DUBBING (10)).
(10)
Toets DUBBING
Met deze toets wordt de kopieerfunctie van deck A naar deck B geactiveerd.
(11)
Toets PLAY CrO
2
Druk op deze toets, om een CrO
58
All manuals and user guides at all-guides.com
-cassette op te nemen.
2
-cassette weer te geven.
2
Gebruiksaanwijzing
Nederlands