4. BEDIENING
4.1 Bedieningspaneel
Indicatielampje koelkast
1
Koelkast ON/OFF-schakelaar
2
Temperatuurregeling koelkast, +
3
toets
Temperatuurlampje koelkast
4
Temperatuurregeling koelkast / -
5
toets
DYNAMICAIR-indicatielampje
6
DYNAMICAIR-toets
7
Controlelampje apparaat
8
4.2 Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Druk op de ON/OFF-schakelaar.
Het controlelampje gaat aan.
Het alarmlampje knippert tot de
temperatuur bereikt is. De zoemer klinkt.
3. Druk op de alarmresettoets om het
alarm uit te schakelen.
4.3 Uitschakelen
Herhaal de procedure om de koelkast of
het apparaat uit te schakelen:
1. Druk op ON/OFF gedurende 5
seconden.
2. De aftelling van -3-2-1 wordt
getoond. Als -1- verschijnt wordt de
koelkast / het apparaat
uitgeschakeld. Het
temperatuurlampje en het
controlelampje gaan uit.
All manuals and user guides at all-guides.com
Apparaat AAN/UIT-schakelaar
9
Temperatuurregeling vriezer / +-
10
toets
Temperatuurindicatie vriezer
11
Temperatuurregeling vriezer / --toets
12
FROSTMATIC-indicatielampje
13
FROSTMATIC-toets
14
Alarmlampje
15
Resettoets alarm
16
4.4 Temperatuurregelaar
De temperatuur wordt ingesteld met
behulp van de
temperatuurinstellingstoetsen. Deze
toetsen zijn verbonden met het
temperatuurlampje.
Ga als volgt te werk om het apparaat in
werking te stellen:
• Stel de temperatuur in door te
drukken op de temperatuurregelaar.
Het temperatuurlampje zal de
gewijzigde instelling tonen en de
temperatuuraanduiding knippert.
• Bij iedere druk op de
temperatuurregelaar gaat de
temperatuur omhoog met 1°C.
De ingestelde temperatuur
zal binnen 24 uur worden
bereikt. De
temperatuuraanduiding zal
branden.
Voor een juiste conservering van het
voedsel moeten de volgende
temperaturen worden ingesteld:
NEDERLANDS
7