Bus BridgeNet®
STARTWIZARD
Dit product is compatibel met Bus BridgeNet®.
Voor een correcte installatie op de BUS dient u tijdens de startfase
de parameters SYSTEM en CASCADE als volgt in te stellen:
• SYSTEM = NO
Het product is niet aangesloten op de BUS of is uitsluitend aange-
sloten op een bedieningspaneel.
• SYSTEM = YES Cascade = NO
Het product is geïnstalleerd in een bus-systeem met andere compati-
bele warmtegeneratoren (zonnepanelen, cv-ketel, hybride systeem of
warmtepomp), waarvan tenminste één de BUS voedt. Als er een wifi-ga-
teway op de BUS aanwezig is (geïnstalleerd op de bedieningspaneel of
op een verwarmingsgenerator), kunnen de verwarming en levering van
warm sanitair water worden beheerd vanaf één app op de smartphone
• SYSTEM = YES Cascade = YES
Het product is geïnstalleerd in een cascadesysteem (max. 8) voor commer-
cieel of collectief gebruik. Nadat u de optie CASCADE heeft ingesteld, dient
u te bevestigen of het product de MASTER of een van de SLAVES van de
cascade is. Met de BUS kunnen alle werkingsparameters voor de gebruiker
van het MASTER-product worden uitgelijnd met de SLAVE-producten.
De parameters SYSTEM en CASCADE zijn van invloed op de para-
meters P33 en P34 van het installatiemenu.
Bij inschakeling van het product om te werken
op de BUS voorziet het product de BUS niet van
stroom, om het risico op overbelasting van het
vermogen te voorkomen (parameter P33 van het
installatiemenu ingesteld op OFF), behalve als het
product een MASTER van een cascadesysteem is.
Daarom moet er ten minste één andere generator
zijn die de BUS van stroom voorziet om de startfa-
se te voltooien.
Wanneer het product geïnstalleerd is op de BUS,
worden alle parameters voor het beheer van warm
sanitair water gedeeld met de andere producten,
zowel de speciale parameters als de systeempa-
rameters, en kan er één enkele bedieningspaneel
worden gebruikt.
INSTALLATIETYPEN MET ANDERE WARMTEGENERATOREN
1. Boiler met warmtepomp en aparte verwarmingsgenerator
(cv-ketel, warmtepomp of hybride systeem).
De producten zijn niet geïntegreerd, maar kunnen bediend wor-
den met één bedieningspaneel.
2. Boiler met warmtepomp met ondersteunende hulpgenerator
(cv-ketel en/of zonnepanelen) op de spiraal.
In geval van installatie met cv-ketel als ondersteunende genera-
tor: om de boiler met warmtepomp de cv-ketel te laten gebrui-
ken in plaats van het verwarmingselement, via de BUS, dient u
parameter P14 op waarde 3 in te stellen (raadpleeg de paragraaf
INSTALLATIEMENU).
Indien niet anderszins gespecificeerd in de handleiding van de
hulpgenerator, leest de hulpgenerator de sensoren van de boiler
niet uit; er zijn daarom aanvullende sensoren nodig, afhankelijk
van het hydraulische schema.
3. Boiler met warmtepomp in voorverwarming van de combi-ver-
warmingsgenerator (cv-ketel of hydride combi-ketel).
Om het beheer van voorverwarming in te schakelen bij de leve-
ring van warm sanitair water, stelt u parameter P14 in op 2. De
boiler en de combi-generator delen in deze installatie dezelfde
instelling voor sanitaire temperatuur. De temperatuur van de boiler
kan worden verlaagd in vooraf ingestelde tijdperiodes met para-
meter T MIN of worden verhoogd met parameter PV SET in geval
van fotovoltaïsche aansluiting.
De combi-ketel leest de sensoren van de boiler niet. Er zijn aan-
vullende sensoren nodig, afhankelijk van het hydraulische sche-
ma.
All manuals and user guides at all-guides.com
AANSLUITING BUS
Sluit een kabel op de "BUS"-aansluiting aan zodat de boiler met
warmtepomp bediend kan worden met één bedieningspaneel op de
BUS, samen met andere warmtegeneratoren.
SET
MENU
*
* DRUK OP DE MENUTOETS
*
PREMERE IL TASTO MENU
EN HERHAAL DE
E RIPETERE LA PROCEDURA
CONFIGURATIEPROCEDURE
DI CONFIGURAZIONE
1.
2.
3.
BUS
AUX
SG2
SG1
N
L
SET
INITIALIZATION
SET
SET
SET
BUS
16 A
N
A
INITIALIZATION
SET
INITIALIZATION
SET
INITIALIZATION
63 / NL