All manuals and user guides at all-guides.com
2
Montage
2.1
Wand- of plafondmontage
1. Boorgaten aanbrengen voor de bevestiging van de
e-Box (afb 1).
2. e-Box met 4 schroeven M6 x 10 op de daarvoor bestemde
positie schroeven.
2.2
Buismontage
z
Montage volgens montage-instructies voor buisaansluitset
Polytron
5000/8000
of
Polytron 5000/8000.
3
Installatie
WAARSCHUWING
!
De
elektrische
installatie
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
Bij de installatie dient u erop te letten dat de gehele
bedrading voldoet aan de nationale voorschriften
inzake installatie van elektrische apparatuur en, indien
van toepassing, dienen bovendien de voorschriften
voor de installatie op plaatsen waar ontploffingsgevaar
kan heersen (Ex-gebieden) in acht te worden
genomen. In geval van twijfel dient u voor de installatie
contact op te nemen met de bevoegde instantie.
VOORZICHTIG
!
Het apparaat mag pas van stroom worden voorzien,
nadat de elektrische installatie compleet aangebracht
en gecontroleerd is.
Nooit de stekker eruit trekken door aan het snoer
te trekken.
AANWIJZING
i
i
Om de draad op het klemblok aan te sluiten, heeft
u een schroevendraaier of het meegeleverde speciale
gereedschap nodig (afb. 4).
z
Op montageplaatsen, waar de omgevingstemperatuur
hoger is dan 65 °C, mag alleen geschikte elektrische
bedrading
worden
gebruikt,
temperaturen die minstens 5 °C boven de maximaal te
verwachten omgevingstemperatuur liggen.
z
Strip de uiteinden van de bedrading op een lengte van
5-7 mm.
z
De minimale dwarsdoorsnede van de bedrading bedraagt
2
0,5 mm
.
z
Beperkingen voor gebruik van in serie geschakelde
gastransmitters (HART daisy chain): 2 flexibele leidingen
met een diameter van 1 mm
adereindhuls).
1. Voormontagedeksel eraf schroeven.
2. Kabel (toegestane doorsnede: 7-12 mm) door de betreffende
kabelinvoer (M20) leiden en op het klemblok aansluiten:
Bij standaardversie (Power Only): zie aansluitschema 2b.
{
Bij remote-, relais-versie: zie aansluitschema 3b.
{
e-Box Polytron 5000/8000
buisaansluitset
(PIR
7000)
mag
alleen
door
die
inzetbaar
is
bij
2
(samengeknepen in een
VOORZICHTIG
!
Alle niet gebruikte kabelinvoeropeningen (3, afb. 3a)
op de e-Box met gecertificeerde pluggen aansluiten.
3. Borgpen (2, afb. 2a) uit de scharnierhouder trekken.
4. Transmitter (1, afb. 2a/3a) zo op de e-Box (4, afb. 2a/3a)
plaatsen, dat het scharnier in de scharnierhouder zit.
5. Borgpen in dee scharnierhouder steken.
6. Bij remote-, relais-versie: De beschermafdekplaat eraf halen
en de remote- of relais-aansluitingen op het klemblok
aansluiten (zie aansluitschema 3b). De beschermafdekplaat
weer terugplaatsen.
Klemblok 7, afb. 3b
1
2
3
4
Fault
Fault
Alarm 2
Alarm 2
7. Elektrische aansluiting van de transmitter op de e-Box
aansluiten:
Bij standaardversie (Power Only): zie aansluitschema 2b
{
Klemblok 1, afb. 2b
1
2
+
-
Aansluitdraad: rood
Aansluitdraad: zwart
Bij remote-, relais-versie: zie aansluitschema 3b.
{
VOORZICHTIG
!
De vergrendeling van de stekker moet vastklikken!
Klemblok 8, afb. 3b
1
2
3
+
-
-
8. Aarddraad op de massa aansluiten (9, afb 2b/3b).
9. Elektrische installatie controleren om te waarborgen dat
alle geleiders correct aangesloten zijn.
10. Transmitter met 4 schroeven M6 x 20 op de e-Box bevestigen
(draaimoment 8 Nm).
VOORZICHTIG
!
Materiaalschade! Let op de kabelgeleider. De kabels
mogen niet bekneld raken.
5
6
7
Alarm 1
Alarm 1
PE
3
4 tot 20 mA-signaal
Aansluitdraad: bruin
4
5
4 tot 20 mA-
PE
signaal
11