NL
■
Bij hogere buitentemperaturen kunnen moei-
lijkheden optreden bij de warme start van de
motor, vanwege het verdampen van benzine
in de carburateur of de pomp.
■
In een dergelijk geval moet het olietype wor-
den aangepast aan de bedrijfstemperaturen.
■
Het maximale vermogen van een verbran-
dingsmotor neemt progressief af, naarmate
de motor op een grotere hoogte boven de
zeespiegel wordt gebruikt. Met het toenemen
van de hoogte moeten daarom zware belas-
tingen van de motor en zwaar werk worden
vermeden.
Regeling van het motortoerental
Het motortoerental wordt ingesteld met de ga-
shendel op de gazontrekker:
Toerental verhogen.
Toerental verlagen.
Koude start en warme start
Bij een koude start moet de choke worden inge-
schakeld, wanneer de motor warm is moet deze
weer worden uitgeschakeld. Bij een warme start
is het gebruik van de choke niet nodig.
De choke in- en uitschakelen.
6 REPARATIES
WAARSCHUWING!
Letselgevaar bij reparatiewerkzaam-
heden
Ondeskundige reparaties kunnen ernstig
letsel en schade aan het apparaat ver-
oorzaken.
■
Reparatiewerkzaamheden alleen la-
ten uitvoeren in servicewerkplaatsen
van AL-KO of bij geautoriseerde
montagebedrijven!
■
Er mogen uitsluitend originele reserveonder-
delen van AL-KO worden gebruikt.
36
7 ONDERHOUD EN VERZORGING
WAARSCHUWING!
Risico op letsel
Het onbedoeld inschakelen van de mo-
tor kan tot ernstig letsel leiden.
■
Voor aanvang van afstel-, onder-
houds- en reparatiewerkzaamheden
moet de motor altijd worden uitge-
schakeld en beveiligd tegen onbe-
doeld opnieuw inschakelen.
■
Regelmatig onderhoud is onontbeerlijk voor
de veiligheid en de instandhouding van de
functionaliteit.
■
Onderhoudsschema in acht nemen.
■
Bij gebruik onder zwaardere omstandigheden
moet vaker onderhoud worden verricht.
1. Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden: Trek de bougiedop (04/1) los
van de bougie (04/2) (04/a).
2. Voer de in dit hoofdstuk beschreven onder-
houds- en reinigingswerkzaamheden uit vol-
gens het onderhoudsschema.
3. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaam-
heden: Steek de bougiedop (05/1) weer op
de bougie (05/2) (05/a).
7.1
Vervangen van het luchtfilter (03)
OPMERKING
■
Het filterelement moet steeds vrij
worden gehouden van grasresten en
vuil.
■
Vervang filterelementen uitsluitend
door originele reservedelen.
■
De motor mag nooit worden gebruikt
zonder een correct gemonteerd filte-
relement.
Luchtfilter regelmatig reinigen. Een beschadigd
luchtfilter vervangen.
1. Gebied rond het filterdeksel (03/1) reinigen.
2. Draaiknop (03/2) van het filterdeksel verwij-
deren en filterdeksel (03/a) verwijderen.
3. Trek het filterelement (03/3) uit het huis (03/
b).
4. Controleer de staat van het filterelement. Het
filterelement moet in onberispelijke staat ver-
keren, schoon en gebruiksklaar zijn. N elk
overig geval moet het filterelement worden
onderhouden of vervangen.
Reparaties
AL-KO Pro 225