Bevestig de selectie door op toets B („SEL") te drukken, om naar
de tijdinvoer te gaan.
Na de selectie knippert de secondenplaats. Principieel gebeurt
eerst de instelling van de seconden, daarna van de minuten en als
laatste van de uren (de display cursor knippert op de betreffende
plaats). Door op toets A („UP") te drukken verhoogt u het getal. Om
naar de volgende plaatsen te wisselen, drukt u op toets B („SEL")
en stelt u de gewenste tijd zoals beschreven in.
Als de vooringestelde racetijd niet hoeft te worden gewijzigd, dan
bevestigt u dit door meermaals op toets B („SEL") te drukken, tot
tijdweergave verdwijnt.
Na invoer van de tijd schakelt het display om naar de modus be-
drijfsklaar en wacht op het startsignaal.
Druk eenmaal op toets „START" aan de Control Unit en plaats de
voertuigen op de aansluitrail. Druk daarna opnieuw op toets Start.
De startsequentie verloopt en de totale tijdweergave aan de Lap
Counter begint achteruit te lopen.
Gedurende en na een tijdrace kan met toets A naar de afzonderlijke
voertuigen worden geschakeld. Hierbij wordt in de positieweerga-
ve onder het geselecteerde voertuig een verticale lijn aangetoond.
Voor het betreffende voertuig worden op het display de volgende
waarden aangetoond:
• Beste rondentijd
• Laatste rondentijd
• Achterstand op het eerste voertuig als tijdachterstand of
rondenachterstand
• Aantal gereden ronden
Als de totale tijd verlopen is, dan is de race beëindigd, er weerklinkt
een akoestisch signaal en de posities van alle voertuigen knipperen
op het display. In de bovenste regel „TIME" wordt dan de totale tijd
van het eerste voertuig aangetoond.
Om een lopende tijdrace te annuleren drukt u tijdens de race een-
maal op toets C („ESC").
Weergave tijdrace
Positie Tower
Bij gebruik van de Lap Counter in verbinding met de Position Tower
20030357 wordt in de bovenste segmentweergave de nog te rijden
tijd aangetoond. Gedurende de race loopt deze achteruit tot nul tot
de race is beëindigd.
Bij een tijdrace kan een maximale tijd van 49:59'59'' worden inge-
steld. Hierbij worden de uren door twee punten in de segmentweer-
gave gesignaleerd. Na afloop van de uren worden de nog overige
minuten door het punt in de rechter segmentweergave aangetoond.
Bij annulering van de laatste minuut van de race telt de weergave
per seconde zonder punt terug naar nul.
Urenweergave
24
Minutenweergave
Secondenweergave
Instellingen display
Voor aanpassing van de leesbaarheid kan het contrast van het
display in 20 standen worden ingesteld. Hiervoor de Control Unit
uitschakelen. Toets A gedurende het inschakelen van de Control
Unit ingedrukt houden, tot de displayweergave overeenkomstig de
afbeelding wijzigt. De bovenste regel toont de overeenkomstige
softwareversie aan.
Met „CHA " en „CHA " kan de contraststerkte (max. 20) van het
display worden gewijzigd. Om de geselecteerde waarde over te ne-
men drukt u op toets C („SEL").
Voor aanpassing van de leesbaarheid kan de helderheid van de
achtergrondverlichting in 20 standen worden ingesteld. Hiervoor de
Control Unit uitschakelen. Toets C („ESC") gedurende het inscha-
kelen van de Control Unit ingedrukt houden, tot de displayweergave
overeenkomstig de afbeeldingwijzigt. De bovenste regel toont de
overeenkomstige softwareversie aan.
Met „CHA " en „CHA " kan de helderheid (max. 20) van de acht-
ergrondverlichting worden gewijzigd. Om de geselecteerde waarde
over te nemen drukt u op toets C („SEL").
Resetfunctie
Om alle instellingen van de Lap Counter terug te zetten, houdt u
tijdens het inschakelen van de Control Unit de toets B op de Lap
Counter ingedrukt. Houd de toets zolang ingedrukt, tot de trainings-
weergave weer verschijnt. Alle gegevens werden daarbij op de fa-
brieksinstelling teruggezet. (zie beschrijving)
Onderhoud en verzorging
1
Om een correcte functie van de racebaan te vrijwaren, dienen alle
delen van de racebaan regelmatig te worden gereinigd. Haal voor
de reiniging de stekker uit de contactdoos.
Racetraject: het oppervlak van de racebaan en de spoorsleu-
1
ven met een droge doek zuiver houden. Geen oplosmiddelen of
chemische producten gebruiken voor de reiniging.
Wanneer de baan niet wordt gebruikt tegen stof beschermd en
droog bewaren, best in het originele karton.
Oplossen van fouten
Rijtechniek
Oplossen van fouten:
Gelieve bij storingen het volgende te controleren:
• Zijn de stroomaansluitingen correct?
• Transformator en handregelaars correct aangesloten?
• Zijn de baanverbindingen correct in elkaar?
• Zijn de racebaan en de spoorsleuven zuiver en vrij van vreemde
voorwerpen?
• Zijn de slepers in orde en hebben zij contact met de spoorsleuf?
• Zijn de voertuigen correct op de overeenkomstige handregelaar
gecodeerd?
• Bij elektrische kortsluiting wordt de stroomtoevoer van de baan
automatisch gedurende 5 seconden uitgeschakeld en wordt dit door
akoestische en optische signalen aangetoond.
• Staan de voertuigen in rijrichting op de piste? Indien dit niet func-
tioneert, rijrichtingschakelaar aan de onderzijde van het voertuig
overschakelen.
Instructie:
Tijdens het spelen kunnen kleine voertuigonderdelen zoals spoi-
lers of spiegels, die door hun zo waarheidsgetrouw mogelijke uit-
voering zo gevormd moeten worden, mogelijk losraken of breken.
Om dit te voorkomen, heeft u de mogelijkheid om ze te beschermen
door ze voor het spelen te verwijderen.
Rijtechniek:
• Op de rechte stukken kan snel gereden worden, voor de bochten
dient afgeremd te worden, in de uitgang van de bocht kan dan weer
versneld worden.
• Houd de voertuigen niet met lopende motor vast of blokkeer ze
niet, daardoor kunnen oververhitting of motorschade ontstaan.
Instructie: Bij toepassing op railsystemen, die niet door Carrera
zijn geproduceerd, moet de bestaande leischeen door de speciale
leischeen (#20085309) worden vervangen. Lichte loopgeluiden bij
gebruik van de Carrera brug (#20020587) of de steile bocht 1/30°
(#20020574) zijn veroorzaakt door de originaliteit van het schaalmo-
del en zijn onbelangrijk voor de onberispelijke speelfunctie.
Technische gegevens
Uitgangsspanning · Speelgoedtransformator
18 V
54 VA (Carrera DIGITAL 124)
14,8 V
51,8 VA (Carrera DIGITAL 132)
Stroommodi
1.) Speelmodus = Voertuigen worden met de handregelaar
bediend
2.) Rustmodus = De handregelaars worden niet bediend,
geen spel
3.) Stand-by modus = Na ca. 20 minuten rustmodus wordt de
aansluitrail in stand-by modus geschakeld. De middelste LED
knippert met lange tussenpozen.
STROOMVERBRUIK < 0,5 watt/0,5W
Om te reactiveren, dient u de Control Unit ca. 2-3 seconden uit
te schakelen en vervolgens opnieuw in te schakelen. De baan
bevindt zich dan weer in de rustmodus.
4.) Uit toestand = De netvoeding is gescheiden van het stroomnet
Dit product draagt het selectieve klasseringssymbool voor elektrisch
afval en elektronische apparatuur (WEEE). Dit betekent dat dit pro-
duct moet worden behandeld overeenkomstig Europese Richtlijn
2012/19/EU teneinde te worden gerecycleerd of gesloopt om het
effect op de omgeving zo klein mogelijk te maken.
Zoek alstublieft contact met uw plaatselijke of regionale bevoegde
instantie voor verdere informatie.
Elektronische producten niet inbegrepen in het selectieve klasse-
ringsproces zijn potentieel gevaarlijk voor het milieu en de mense-
lijke gezondheid ten gevolge van de tegenwoordigheid van gevaar-
lijke substanties.