FUNCTIES VAN DE HANDZENDERS
Toets "A": in en uitschakelen van het alarm en de startonderbreker, geeft toegang tot de
programmeermodus, selecteert de programmeerlijn en verhoogt het volume van
de buzzer in de programmeertabellen.
Toets "B" paniek (niet bij SCM/TNO goedkeuring), uitschakeling van de sensorfunctie,
activeren van een gekozen functie en het verminderen van het volume van de
buzzer in de programmeertabellen.
LET OP !
Dit product is vanuit de fabriek ingesteld naar de eisen voor alarmsystemen zoals gesteld in
de EEG. De buzzer functie mag alleen geactiveerd worden in niet Europeese landen daar
anders de goedkeuring zal vervallen.
Alvorens met de installatie te beginnen eerst de negatieve kabel van de accu
loskoppelen.
Dit systeem is toepasbaar in motorvoertuigen met een 12 V accu waarvan de negatieve pool
aan massa ligt.
4
06DE1624A.p65
4-5
HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE
BRIDGE
PLAATSING VAN DE VERSCHILLENDE COMPONENTEN
1. Alarmunit en startonderbreker ( indien toegepast)
De alarmunit en de unit voor de motor onderbrekingen
behoren, zo ver mogelijk van hittebronnen vandaan, in
het inzittendencompartiment te worden geplaatst. Plaats
de diverse units, zoals in de tekening aangegeven, m.b.v.
de bijgeleverde schroeven om kabelboomophopingen te
voorkomen. We adviseren u om de unit voor de
motoronderbrekingen op een verborgen plaats in het
inzittendencompartiment te plaatsen, zodat deze moeilijk
bereikbaar is. Gebruik voor het monteren de bijgeleverde
schroeven.
2. Sirene (indien toegepast)
De sirene behoort in de motorruimte, zover mogelijk van
hittebronnen verwijderd, te worden geplaatst.
De luidspreker en de stekker dienen naar beneden toe
gericht te zijn.
Volumetrische ultrasoon sensoren
De sensoren kunnen worden geplaatst op de stijlen van de voor- of achterruit. De beste
positie is juist naast de zonnekleppen aan de bovenzijde van de beide A-stijlen (verplicht bij
auto's met een zonnedak). Waar u ze ook plaatst zorg er steeds voor dat de sensoren niet
worden afgedekt door de zonnekleppen of andere delen. Het is uitermate belangrijk dat de
sensoren in de juiste positie staan zodat ze kunnen zorgdragen voor een goede graad van
beveiliging van het interieur: richt de sensoren naar de achterruit, zodat ze in het midden
hiervan samen komen. Monteer ze met de bijgeleverde schroefjes.
Dit pakket wordt uitgevoerd met ultrasoon sensoren welke niet hoeven te worden afgesteld.
De sensoren zijn zelfinstellend en dus onafhankelijk van de grootte van het
inzittendencompartiment.
Glasbreuksensor (indien toegepast)
Plaats de microfoon in een centrale positie in het voertuig. De beste plaats is op het dashboard,
gericht naar de achterruit. Deze positie zorgt voor de beste gevoeligheid.
Motorkapschakelaar
Gebruik de componenten uit de kit. Controleer of na montage de schakelaar minimaal 5 mm
door de motorkap wordt ingedrukt. Zorg er voor dat de schakelaar niet tegen dempend materiaal
drukt omdat dit in de loop van tijd vervormd zou kunnen worden.
Dek de schakelaar af met een beetje vet ter voorkoming van roest.
HANDLEIDING VOOR DE INSTALLATIE
BRIDGE
24-01-2001, 12:20
5