Dip-Schakelaars - Siemens REV24 Série Instructions D'installation

Configuratie en functiecontrole REV24..
1 Configuratie
1.1

DIP-schakelaars

AAN (ON) / UIT (OFF)
Kalibratie opnemer aan
Zie
1.1.1
Kalibratie opnemer uit
Begrenzing gewenste waarde
16...35 °C
1.1.2
Begrenzing gewenste waarde
3...35 °C
Temperatuur in °F
1.1.3
Temperatuur in °C
PID zelflerend
PID 6
1.1.4
PID12
2-punts
1.1.9
Wanneer er een of meer DIP-schakelaarstanden gewijzigd worden, moeten de DIP-schakelaars gereset worden door op de
DIP-schakelaarresetknop te drukken (zie ook afb. 8). Anders blijven de vorige instellingen van kracht!
1.1.1 Kalibratie opnemer: DIP-schakelaar 1
Zet de DIP-schakelaar op AAN (ON) en druk op de DIP-
schakelaarresetknop:
In het display verschijnt CAL. De op dat moment gemeten
ruimtetemperatuur knippert.
Druk op of om een nieuwe kalibratie van max. ± 5 °C uit te
voeren. Sla de invoer op door de DIP-schakelaar op UIT (OFF) te
zetten en op de DIP-schakelaarresetknop te drukken
(zie ook afb. ).
1.1.2 Begrenzing gewenste waarde:
DIP-schakelaar 2
DIP-schakelaar AAN: Begrenzing gewenste waarde 16...35 °C
DIP-schakelaar UIT: Begrenzing gewenste waarde 3...35 °C
(fabrieksinstelling)
Sla de invoer op door op de DIP-schakelaarresetknop te drukken.
1.1.3 Temperatuur in °C of °F:
DIP-schakelaar 3
DIP-schakelaar AAN: Temperatuur in °F
DIP-schakelaar UIT: Temperatuur in °C (fabrieksinstelling)
Sla de invoer op door op de DIP-schakelaarresetknop te drukken
(zie ook afb. ).
1.1.4 Regelactie: DIP-schakelaar 4 en 5
DIP-schakelaar 4 AAN en 5 AAN:
Adaptieve regeling voor alle toepassingstypen.
DIP-schakelaar 4 AAN en 5 UIT:
Voor snel regeltraject, toepassingen op plaatsen met
grote temperatuurschommelingen.
DIP-schakelaar 4 UIT en 5 AAN:
Voor normaal regeltraject, toepassingen op plaatsen
met normale temperatuurschommelingen.
DIP-schakelaar 4 UIT en 5 UIT:
Voor moeilijk regeltraject, tweepuntsregelaar met een
schakeldifferentie van 0,5 °C (fabrieksinstelling).
14/44
1 2 3 4
Reset DIP-schakelaars
Fabrieksinstelling: Alle DIP-schakelaars
PID zelflerend
PID 6
PID 12
2-punts
5 6 7 8
ON
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Sla de invoer op door op de DIP-schakelaarresetknop te drukken
(zie ook afb. ).
1.1.5 Periodieke pomplooptijd: DIP-schakelaar 6
Kan alleen worden gebruikt wanneer de circulatiepomp of afsluiter
wordt bestuurd!
Deze functie beveiligt de pomp of afsluiter tijdens langdurige periodes
van stilstand tegen vastlopen. De periodieke pomplooptijd wordt
iedere 24 uur om 12:00 drie minuten lang in werking gesteld (display
▲
geeft symbool weer).
DIP-schakelaar AAN: Periodieke pomplooptijd aan (zie ook afb.
DIP-schakelaar UIT: Periodieke pomplooptijd uit (fabrieksinstelling)
Sla de invoer op door op de DIP-schakelaarresetknop te drukken.
1.1.6 Optimale startregeling: DIP-schakelaar 7 en 8
De optimale startregeling verschuift inschakelpunt P.1 zodanig dat de
ingestelde gewenste waarde op het gewenste tijdstip bereikt zal
worden. De instelling hangt af van het type regeltraject, d.w.z. bij
warmtedoorgang (leidingnet, radiatoren), gebouwdynamiek
(gebouwmassa, isolatie) en warmteafgifte (ketelcapaciteit,
aanvoertemperatuur) (zie ook grafiek in afb.
DIP-schakelaar 7 AAN en 8 AAN:
1 h/°C Voor traag regeltraject
DIP-schakelaar 7 AAN en 8 UIT:
¼ h/°C Voor snel regeltraject
DIP-schakelaar 7 UIT en 8 AAN:
½ h/°C Voor middelsnel regeltraject
DIP-schakelaar 7 UIT en 8 UIT:
UIT Uit, geen effect (fabrieksinstelling)
Sla de invoer op door op de DIP-schakelaarresetknop te drukken.
Verklaring bij grafiek in afb.
T Temperatuur (°C)
t Voorwaartse verschuiving van inschakelpunt (h)
TRx Werkelijke waarde van ruimtetemperatuur
Pon Beginpunt voor optimale startregeling
18.02.2008
9 10
Periodieke
pomplooptijd aan
Periodieke
pomplooptijd uit
Optimale
startregeling: 1 h/°C
Optimale
startregeling: ¼ h/°C
Optimale
startregeling: ½ h/°C
Optimale
startregeling: Uit
(Koeling aan)
(Verwarming aan)
Kwarts
Radioklok
UIT
/ 1.1.6
:
Zie
1.1.5
1.1.6
1.1.7
1.1.8
1.1.9
)
).
CE1G2205xx