3. Bij "Welkom" klikt u op „Volgende>".
4. In het volgende venster wordt u gevraagd naar
het doelpad („Doelmap") of de map waar het
programma moet worden opgeslagen. Beves-
tig met „Volgende>".
5. Nu verschijnt het venster met de setup-status,
waarin een voortgangsbalk laat zien hoe de
installatie verloopt. Dit proces kan enkele mi-
nuten in beslag nemen.
6. Vervolgens verschijnt het venster met de mel-
ding dat de installatie succesvol is verlopen
(„De wizard Photomizer Setup is voltooid").
Voltooi de installatie door op „Voltooien" te
klikken.
Hoe installeer ik de driver voor de
MicrOculair?
Tijdens de installatie van de Photomizer SE
Software wordt de juiste driver voor uw bestu-
ringssysteem automatisch geïnstalleerd. Hier-
voor hoeft u verder niets meer te doen.
Soms kan het echter voorkomen dat de compu-
ter het apparaat niet herkent. Normaalgespro-
ken hoeft u dan alleen de driver (vanaf de CD)
opnieuw te installeren. Mocht dit echter niet het
gewenste resultaat geven, lees dan het volgen-
de hoofdstuk over probleemoplossing.
Probleemoplossing: apparaat wordt door de
computer (USB) niet herkend
1. Dit probleem komt soms bij bepaalde OEM-
versies van Windows Vista en XP voor! Het
apparaat is niet defect! Een update van de
USB-driver van het Notebook of de PC lost
dit probleem in de meeste gevallen op!
2. Als het bijwerken van de driver geen bevredi-
gende resultaten geeft, kunt u het volgende
proberen. (De fabrikant stelt zich hiervoor
niet aansprakelijk!
).
1
Verwijder zogenaamde spookapparatuur! Dit is
apparatuur die momenteel niet op de computer
is aangesloten. Oorzaak: Windows genereert
telkens een registratie in de systeeminstel-
lingen voor elk nieuw USB-apparaat op de ver-
schillende USB-poorten (bijv. de USB-stick).
Elke keer als Windows opstart, zoekt het dan
ook naar dit apparaat. Dit vertraagt de herken-
ning van een USB-apparaat en het opstarten
van Windows en is de reden dat een nieuw ap-
paraat op de USB-poort niet wordt herkend!
U kunt daarom uw systeembesturing „oprui-
men" en niet-gebruikte apparatuur verwijde-
ren. Klik hiervoor met de rechter muisknop op
WERKPLEK (onder Vista: COMPUTER) en open
het menu-item EIGENSCHAPPEN in het con-
textmenu. Klik vervolgens in het venster (afb.
6) op het tabblad GEAVANCEERD (onder Vista:
GEAVANCEERDE SYSTEEMINSTELLINGEN) en
daarna op OMGEVINGSVARIABELEN. Selecteer
nu in het onderste gedeelte onder OMGEVINGS-
VARIABELE de optie NIEUW (afb. 7). Voer bij
NAAM VAN DE VARIABELE de volgende tekst
in (afb. 8):
devmgr_show_nonpresent_devices
Bij WAARDE VAN DE VARIABELE voert u het
getal „1" in.
Bevestig uw invoer met OK en start de compu-
ter opnieuw op!
Na de herstart gaat u naar apparaatbeheer.
Activeer in het menu-item BEELD de optie VER-
BORGEN APPARATEN WEERGEVEN. De „spook-
apparatuur" die eerst niet zichtbaar was, wordt
nu in lichtgrijs weergegeven. Controleer de
verschillende categorieën, zoals USB, geheu-
genvolumes etc. Verwijder in apparaatbeheer
alleen die apparaten die u niet meer gebruikt.
Bron: Microsoft Knowledge Base: http://support.microsoft.
1
com/kb/315539/de
* niet meegeleverd
** Systeemeisen: Intel X86-processor met min. 2,0 GHz klok-
snelheid, min. 200 MB vrije ruimte op de harde schijf, min.
512 MB RAM werkgeheugen, besturingssysteem Windows
XP of Vista (32bit), vrije USB-poort (liefst niet via een USB-
hub)
NL
1
33