Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets
Mode
'Mode' wordt aangegeven.
A
PTTL
PTTL HSS
• Stel met de toetsen
Set
in. De geselecteerde flitsfunctie wordt daarbij tegen
een balkje geplaatst. De instelling treedt onmiddellijk
in werking.
• Druk op de toets
P
F 5.6
TTL
normale weergave terug. Als u niet op de toets
AZoom 35
drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. automa-
12 m
ISO 200
tisch naar de normale weergave terug.
Mode
Para
Sel
✴
Bij een correct belichte opname licht de aanduiding van de
flitscontrole "o.k.'
☞
Om met kortere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd te kunnen
werken kan, afhankelijk van het type camera, in de P–TTL–flitsregeling
de High-Speed-flitsregeling P–TTL–HSS worden geactiveerd (zie 16.4).
TTL
TTL
5.4
/
-invulflitsregeling
P
Bij de meeste camera's wordt bij de TTL-, c.q. P–TTL–flitsregeling bij daglicht de
automatische invulflitsregeling geactiveerd in de standen Automatisch gepro-
grammeerd P en de onderwerpsprogramma's (Zie de gebruiksaanwijzing van
de camera).
Met de invulflits kunt u lastige schaduwen wegwerken en bij tegenlicht een uit-
gebalanceerde verlichting tussen onderwerp en achtergrond bereiken. Een com-
putergestuurd meetsysteem in de camera zorgt voor de meest geschikte combi-
natie van belichtingstijd, werkdiafragma en flitstijd.
☞
Let er op, dat de bron van het tegenlicht niet rechtstreeks in het objectief
schijnt. Het meetsysteem van de camera zou daardoor in de war kunnen
raken!
80
Mode
, dat in het display
TTL
en
de flitsfunctie P
. Het display schakelt naar de
gedurende 3 seconden op (zie 14).
Voor de automatische TTL-invulflitsregeling behoeft niets te worden ingesteld en
er vindt in die gevallen ook geen aanduiding van plaats.
5.5 Automatisch flitsenfunctie
In de automatisch-flitsenfunctie A meet de fotosensor
het onderwerp gereflecteerde licht. De fotosensor
ong. 25° en meet alleen tijdens de eigen lichtafgifte. Als de flitser voldoende
licht heeft gegeven, schakelt de belichtingsautomaat van de flitser hem onmid-
dellijk uit. De fotosensor
moet op het onderwerp gericht zijn.
In het display wordt de maximale reikwijdte van het flitslicht aangegeven. De
kortste flitsafstand bedraagt ong. 10% van de maximale reikwijdte. De flitsop-
namen lukken het beste als het onderwerp zich ongeveer in het midden van de
reikwijdte bevindt, daarmee wordt de belichtingsautomatiek dan voldoende
speelruimte voor een uitgewogen verlichting.
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets
Mode
'Mode' aangegeven staat.
• Stel met de toetsen
en
u de functie
De geselecteerd functie verschijnt dan tegen een balkje.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk op de toets
. Het display schakelt naar de
normale weergave terug. Als u niet op de toets
drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. naar de
normale weergave terug.
Bij een correct belichte opname licht de aanduiding
van de flitscontrole "o.k.'
gedurende 3 seconden op
(zie 14).
van de flitser het door
heeft een meethoek van
, dat in het display
Mode
A
in.
A
12 m
Mode
Para
✴
PTTL HSS
A
A
M
Set
F 4.5
AZoom 35
ISO 200
Sel