4.5. I nrijgen van de bovendraad
Lees de onderstaande instructies zorgvuldig door omdat een verkeerde volg-
orde bij de draadgeleiding kan leiden tot het breken van de draad, het uitval-
len van steken en het samentrekken van de stof.
Ook op de voorklep vindt u een schematische weergave van de draadge-
leiding. Bekijk ook deze tekening zorgvuldig.
Zet vóór het inrijgen de naald (26) in de bovenste stand door aan het
handwiel (21) en de persvoethendel (17) te draaien.
Zet een klos garen op een van de klospennen (15), waarbij de draad via de
bovenkant van de klos naar voren moet worden gevoerd.
Houd de klos garen vast met de rechterhand.
OPMERKING!
De afbeelding dient uitsluitend ter verduidelijking. De voorklep mag niet wor-
den geopend.
Voer nu de draad door de bovendraadgeleiding (9).
Laat daarna de draad tussen de spanningsschijven van de spanningsrege-
laar voor de bovendraad (3) lopen.
TIP
Een bovendraadspanning van 3 is ideaal voor de meeste toepassingen.
Voorbereidende werkzaamheden
NL
FR
DE
13 von 126