De faxinstellingen opgeven
Opmerking
Opmerking
10 Hoofdstuk 1 Installatie
Voordat u de faxfuncties van het apparaat kunt gebruiken, moet u:
de tijd en datum instellen;
de faxkop instellen;
de antwoordmodus instellen;
het aantal beltonen instellen;
de antwoordbelpatronen inschakelen, als u deze nodig hebt.
Als u de software op de computer wilt installeren, kunt u de overige
instructies in dit hoofdstuk overslaan. Tijdens de software-installatie wordt
u door het instellen van de faxinstellingen geleid. Raadpleeg de
handleiding Aan de slag voor instructies.
In de Verenigde Staten en veel andere landen is het instellen van de tijd,
datum en andere gegevens voor de faxkop een wettelijke verplichting.
Tekst invoeren via het bedieningspaneel
Met de volgende instructies kunt u gegevens invoeren met het
alfanumerieke toetsenblok en de knoppen < en > op het
bedieningspaneel van het apparaat:
Getallen: als u getallen wilt invoeren, drukt u op de numerieke knop
voor het gewenste getal.
Letters: wilt u letters invoeren, dan drukt u herhaaldelijk op de
numerieke knop voor de gewenste letter tot deze letter wordt
weergegeven. Als de eerste gewenste letter bijvoorbeeld een "C" is,
drukt u herhaaldelijk op 2 tot een "C" wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
Interpunctie: als u interpunctie wilt invoeren, drukt u herhaaldelijk
op * tot het gewenste teken wordt weergegeven op het
bedieningspaneel.
Spaties: nadat u een teken hebt ingevoerd, kunt u tweemaal op >
drukken om een spatie in te voegen na het teken en om de cursor
te verplaatsen naar de invoegpositie achter de spatie.
Fouten: als u een verkeerd teken hebt ingevoerd, kunt u met de
knop < het verkeerde teken wissen en het juiste teken invoeren.
De tijd en datum instellen
Voer de volgende procedure uit om de tijd en datum in te stellen of te
wijzigen. Zie
"Tekst invoeren via het bedieningspaneel" op pagina 10
u hulp nodig hebt bij het invoeren van gegevens.
als
NLXC