5.
STORINGEN EN HOE ZE TE VERHELPEN
STORING
1.
stroombron krijgt geen stroom
2.
motor van draadstuwapparaat
draait niet
3.
bij het indrukken van de
toortsschakelaar gebeurt er niets
4.
men krijgt geen vlamboog
5.
de las is poreus
6.
lasnaad ligt bol
7.
draad smelt vast aan contactbuis
8.
bindingsfouten
9.
te veel spatten bij het lassen
10. geen of te weinig inbranding
11. de draad spoelt onregelmatig
af/draadsnelheid is niet constant
OORZAAK
a)
sleutel op zekeringkast staat af
b)
stekker steekt niet in stopcontact
c)
één of meerdere zekeringen defect
d)
een draad los in de stekker
a)
een defecte zekering op voorpaneel
stroombron
b)
print defect
c)
tussenkabel defect
a)
compactkoppeling zit los
b)
stuurdraden in pistool zijn
onderbroken
c)
microschakelaar defect
d)
print defect
e)
tussenkabel niet aangesloten
f)
zekering op voorpaneel defect
a)
massakabel is niet aangesloten
a)
geen of te weinig gas
b)
gasslang defect of verstopt
c)
werkstuk bevuild (olie, vet, roest, verf)
d)
afstand tussen mondstuk en werkstuk
te groot
e)
mondstuk vuil
a)
achterwaarts gelast
a)
draadsnelheid te laag
b)
weerstand in draadgeleiding te hoog
c)
draadhaspel staat te vast
d)
weerstand in contactbuis
e)
te hoge lasspanning
f)
te korte lasboog
g)
druk van de aandrijfrollen te laag
a)
smeltbad loopt voor
a)
te lage spanning
b)
bevuild mondstuk
c)
toorts te ver van het werkstuk
d)
bevuild werkstuk
e)
onvoldoende gasbescherming
f)
draadsnelheid te hoog
a)
verkeerd gas
b)
te lage lasstroom
c)
verkeerde polariteit
a)
de rem op de draadspoelas is te strak
of te los
b)
toortsprobleem
c)
besturing defect
REMEDIE
a)
sleutel opzetten
b)
stekker in stopcontact steken
c)
zekeringen vervangen
d)
draad verbinden
a)
zekering vervangen
b)
print vervangen
c)
tussenkabel herstellen of vervangen
a)
deze vastdraaien
b)
de verbinding in de compactstekker en
het schakelhuis nazien en vastdraaien
c)
deze vervangen
d)
print vervangen
e)
tussenkabel aansluiten
f)
zekering vervangen
a)
deze aansluiten
a)
fles volledig opendraaien en het debiet
7-20 l/min instellen
b)
gasslang vervangen en de
aansluitingen op dichtheid controleren
c)
werkstuk reinigen
d)
pistool dichter bij werkstuk houden
e)
mondstuk reinigen
a)
voorwaarts lassen
a)
deze verhogen
b)
binnenspiraal van toorts nazien en
desnoods vervangen
c)
rem losser zetten
d)
contactbuis vervangen
e)
lasspanning verlagen
f)
toorts iets verder van werkstuk houden
g)
deze verhogen
a)
vlugger lassen
a)
spanning verhogen
b)
mondstuk reinigen
c)
toorts dichterbij houden
d)
werkstuk reinigen
e)
gasdebiet verhogen
f)
draadsnelheid verlagen
a)
gasfles controleren en eventueel een
andere fles gebruiken
b)
lasstroom verhogen door lasspanning
en draadsnelheid te verhogen
c)
controleren of de massakabel aan de
(-) en het pistool aan de (+) is
aangesloten
a)
rem opnieuw afstellen
b)
de lastoorts dient regelmatig te worden
doorgeblazen. De spiraal van de toorts
en de draadaanvoerrollen dienen
afgestemd te worden op de
draaddiameter
c)
hersteldienst lastek verwittigen
Lastimig 3000 – 4000/t0409/nf/rc - 9