1.
VEILIGHEIDSINFORMATIE EN VOORZORGEN BIJ HET LASSEN
WAARSCHUWING! Lassen kan schadelijk zijn voor de gezondheid
Bescherm uzelf en anderen tegen mogelijke verwondingen. Houd kinderen verwijderd. Dragers van een pacemaker moeten ook verwijderd
blijven tenzij na consultatie van uw dokter.
Installatie, gebruik en alle onderhouds- en herstelwerkzaamheden mogen enkel door geschoold en bevoegd personeel uitgevoerd worden.
Bij het lassen kan men, zoals bij de meeste jobs, blootgesteld worden aan bepaalde risico's. Lassen is echter veilig wanneer de nodige
voorzorgen getroffen worden. Hieronder vindt u een korte samenvatting van de belangrijkste veiligheidsinformatie. Lees en volg de
veiligheidsvoorschriften.
ELEKTROCUTIEGEVAAR
Het aanraken van elektrische onderdelen onder spanning kan fatale schokken of ernstige brandwonden veroorzaken. De elektrode en de
elektrische kringloop staan onder spanning wanneer de hoofdschakelaar aanstaat.
Het voedingsgedeelte en het inwendige van het apparaat dragen spanning als de schakelaar aan staat. Bij halfautomatisch of automatisch
lassen staat er spanning op de lasdraad, de spoel, de spoelaandrijving en alle metalen delen die de lasdraad raken. Een slecht of niet
geaarde installatie is gevaarlijk.
1.
Raak geen elektrische delen aan die onder spanning staan.
2.
Draag droge en goed isolerende handschoenen en beschermende kledij (uiteraard zonder gaten).
3.
Zorg voor een droge en isolerende ondergrond om uzelf te isoleren van het werkstuk en de aarding.
4.
Trek de stekker uit het contact of zet de machine af alvorens aan de machine te werken (bij installatie of onderhoud).
5.
Zorg voor correcte opstelling en aarding van het toestel in overeenstemming met de handleiding en wettelijke voorschriften ter zake.
6.
Verbind eerst de aardingsgeleider bij het aansluiten van het apparaat op het net.
7.
Zet apparaten die niet in gebruik zijn af.
8.
Gebruik een volledig geïsoleerde elektrodehouder. Steek deze nooit in water om af te koelen of leg ze niet op de grond of op het
werkstuk
9.
Gebruik geen versleten of beschadigde kabels of kabels met een te kleine doorsnede.
10. Wikkel geen kabels rond uw lichaam.
11. Verbind het werkstuk met een goede elektrische aarding.
12. Raak de elektrode niet aan indien u contact maakt met het werkstuk of met de aarding.
13. Gebruik enkel een goed onderhouden installatie. Herstel of vervang onmiddellijk beschadigde delen.
14. Bij werkzaamheden op een hoogte een veiligheidsharnas gebruiken.
15. Alle panelen en deksels steeds goed op hun plaats zetten.
LASSTRALING KAN OGEN EN HUID VERBRANDEN; LAWAAI KAN GEHOORBESCHADIGING VEROORZAKEN
De lasboog van lasprocessen produceert een intense warmte en een sterke ultraviolet lichtstraling die ogen en huid kan verbanden. Het
geluid van sommige lasprocessen kan gehoorbeschadiging veroorzaken.
1.
Draag een geschikte lashelm of lasscherm met aangepaste lastint om uw gezicht en ogen te beschermen bij het lassen of kijken
naar lasactiviteiten.
2.
Draag een geschikte veiligheidsbril. Zijkapjes zijn aanbevolen.
3.
Gebruik geschikte lashandschoenen, laskledij van vuurbestendig materiaal (wol en leder) en voetbescherming
4.
Gebruik schermen of gordijnen om anderen te beschermen tegen lasflitsen of lasstraling. Waarschuw anderen om niet in de lasboog
te kijken.
5.
Gebruik geschikte oordoppen of oorkleppen indien er teveel lawaai is.
LASROOK EN DAMPEN KUNNEN SCHADELIJK ZIJN VOOR UW GEZONDHEID
Lassen produceert rook en gassen. Inademen van lasrook en –dampen kan schadelijk zijn voor uw gezondheid.
1.
Houd uw hoofd uit de dampen. Vermijd het inademen van lasdampen
2.
Bij binnenwerkzaamheden de werkruimte goed ventileren en een afzuiging gebruiken om de lasdampen en rook te verwijderen zo
dicht mogelijk bij de lasboog.
3.
In geval van slechte of onvoldoende afzuiging gebruik een geschikte adembescherming.
4.
Lees de veiligheidsinformatiebladen (MSDS) en de informatie van uw leverancier van metalen, toevoegmaterialen,
bekledingsstoffen en reinigingsmiddelen.
5.
Werk in enge ruimtes uitsluitend indien er voldoende verluchting is of draag een adembescherming met onafhankelijk
luchttoevoer. Beschermgas gebruikt tijdens lassen kan de lucht verdringen wat ernstige gezondheidsschade kan veroorzaken, en
zelfs dodelijk kan zijn. Zorg er steeds voor dat de ingeademde lucht veilig is.
6.
Las nooit in omgevingen naast ontvettings-, reinigings- of sproeiwerkzaamheden. De boogwarmte en straling kan reageren met
dampen van deze stoffen en een zeer toxisch en irriterend gas vormen.
7.
Las niet op metalen met een deklaag zoals: zink, lood of cadmium beklede staalplaat tenzij deze deklaag op de lasplaats
verwijderd is, de werkruimte goed geventileerd is en , indien nodig, u een geschikte adembescherming draagt. Deklagen en
metalen die één van deze metalen bevatten kunnen giftige dampen afgeven wanneer erop gelast wordt.
LASSEN KAN EEN BRAND OF EXPLOSIE VEROORZAKEN
1.
Bescherm uzelf en anderen tegen lasvonken en wegspringende hete deeltjes.
2.
Las niet in de nabijheid van brandbare materialen die door lasvonken kunnen ontvlammen.
3.
Verwijder alle brandbare materialen tot 10 m van de lasboog. Indien onmogelijk zorg dan voor een afdekking met brandwerende en
vuurbestendige dekens.
4.
Zet steeds een brandblusser in de nabijheid.
5.
Draag steeds vuurbestendige kleding.
6.
Lassen aan een zoldering, vloer, tussenschot of afscheidingsmuur kan brand veroorzaken aan de verborgen zijde.
7.
Las nooit aan gesloten containers zoals tanks en vaten.
8.
Bevestig de massaklem op het werkstuk zo dicht als praktisch mogelijk bij de lasplaats om onvoorziene stroombanen te vermijden
die mogelijk elektrische schokken of brandgevaar kunnen veroorzaken.
9.
Gebruik het lasapparaat niet om bevroren leidingen te ontdooien
10. Verwijder de elektrode uit de tang of knip het lasdraadeinde af aan de contactbuis wanneer ze niet gebruikt worden.
Elektrische schokken kunnen dodelijk zijn.
Superstar 300-400-600-800/C1215-2/N-F/rc - 5