(2) Ventilatorsnelheid, luchtuitstroomrichting en ventilatie
<Zo wijzigt u de ventilatorsnelheid...>
I Druk, als de unit is ingeschakeld, zo vaak op de knop voor de ventilatiesnelheid 5
als nodig is.
• Met elke druk op de knop wijzigt u de kracht. De momenteel geselecteerde
snelheid wordt weergegeven bij 5.
• Dit is de wijzigingsvolgorde en de beschikbare instellingen.
FAN
SPEED
Auto
Speed 1
Model met 4
snelheden
Model met 3
snelheden
Model met 2
snelheden
Opmerking:
G Het aantal ventilatorsnelheden is afhankelijk van het type unit dat is aangesloten.
Sommige units bevatten geen instelling "Auto".
G In de volgende gevallen verschilt de daadwerkelijke ventilatorsnelheid van de
snelheid die op het display van de afstandsbediening wordt aangegeven.
1. Als op het display "STAND BY" of "DEFROST" wordt getoond.
2. Direct na het starten van de modus HEAT (als het systeem wacht tot de
moduswijziging van kracht wordt).
3. In de modus HEAT, als de omgevingstemperatuur hoger is dan de ingestelde
temperatuur.
4. Als de unit in de modus DRY staat.
Display
Speed 2
Speed 3
Speed 4
– 129 –
<De richting van de luchtuitstroom wijzigen naar beneden of naar boven>
I Druk, als de unit is ingeschakeld, zo vaak op Airflow Up/Down 6 als nodig is.
• Met elke druk op de knop wijzigt u de richting. De huidige richting wordt
weergegeven bij 6.
• Dit is de wijzigingsvolgorde en de beschikbare instellingen.
Auto
Horiz.
Display
* Tijdens de "swing"-handeling wijzigt de richtingsindicatie op het scherm niet
synchroon met de richting van de ventilatorbladen.
* Op sommige modellen worden richtingsaanduidingen niet ondersteund.
Opmerking:
G De beschikbare richtingen zijn afhankelijk van het type unit dat is aangesloten.
Sommige units bevatten geen instelling "Auto".
G In de volgende gevallen verschilt de daadwerkelijke luchtrichting van de richting die
op het display van de afstandsbediening wordt aangegeven.
1. Als op het display "STAND BY" of "DEFROST" wordt getoond.
2. Direct na het starten van de modus HEAT (als het systeem wacht tot de
moduswijziging van kracht wordt).
3. In de modus HEAT, als de omgevingstemperatuur hoger is dan de ingestelde
temperatuur.
<De richting van de luchtuitstroom wijzigen naar links of naar rechts>
I Druk indien nodig op de knop voor het uitblaasrooster 7.
• De afbeelding met het uitblaasrooster 7 verschijnt.
Met elke druk op de knop wijzigt u de instelling als volgt.
Geen weergave
(Stop)
(ON)
(OFF)
1
2
3
4
Swing
Als de swingfunctie actief is, bewegen de
pijlen op het display van links naar rechts.