Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
ONDERHOUD
Controleer de draagzak regelmatig op eventuele losse
naden, beschadigingen of ontbrekende delen. Gebruik het
product in dit geval niet.
FRONTAAL DRAGEN - MET GEZICHTJE NAAR MAMA
GERICHT
WAARSCHUWING: doe de draagzak altijd om voordat u
het kind erin zet.
HOE DE DRAAGZAK OM TE DOEN
1. Maak de buikband F vast (afb. 1A) en stel de lengte ervan
af met de gesp G (afb. 1B).
WAARSCHUWING: Vergrendel de gesp door hem door
het elastiekje H te steken (afb. 1C).
2. Maak beide schouderriemen vast met de gespen J (afb. 2).
HET KIND IN DE DRAAGZAK ZETTEN
LET OP: Het is raadzaam om te zitten terwijl u het kind
in de draagzak plaatst, of om deze handeling op een
stabiel en vlak oppervlak uit te voeren, zodat onverwachte
bewegingen van het kind niet tot problemen leiden.
WAARSCHUWING: Alvorens het kind in de draagzak te
zetten controleert u of u alle eerdere handelingen correct
heeft uitgevoerd.
WAARSCHUWING: Ondersteun het kind stevig, terwijl u
deze handeling verricht.
3. Plaats het kind op de zitting (afb. 3A) en maak het zitje
vast met de bijbehorende knopen. Stel het zitje af op de
bouw van het kind, zodat het nooit te strak of te los zit.
(afb. 3B).
WAARSCHUWING: Maak altijd twee knopen aan beide
zijden van het zitje vast om het goed te bevestigen.
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de beentjes van het
kind zich aan weerszijden van de zitting bevinden en in het
zitje.
4. Doe de draagzak om door de schouderriemen B om te
doen (afb. 4A), maak vervolgens de gesp voor borstbeen/
schouderblad vast en regel hem (afb. 4B), en regel
vervolgens de schouderriemen (afb. 4C). Het te lange
stuk van de riemen kunt u oprollen om het te verkorten
en vervolgens bevestigen met het speciale elastiekje
(afb. 4D). U kunt ook de gesp borstbeen/schouderblad
vastmaken voordat u de schouderbanden omdoet (afb.
4E) en vervolgens de schouderbanden omdoen door
de gesp achter het hoofd langs te schuiven (afb. 4F) en
vervolgens af te stellen.
DE DRAAGZAK AFSTELLEN
De draagzak is zo ontworpen dat hij kan worden afgesteld
op de lichaamsbouw van elke ouder en op kinderen tijdens
de groei.
Door gebruik te maken van de aanpassingen getoond in
afb.C kunt u de pasvorm optimaal afstellen:
1. Met het trekkoord N aan de onderkant van de draagzak
kunt u de breedte van het zitje aanpassen aan de grootte
van het kind. Zo wordt het kind altijd goed ondersteund
en bevinden de beentjes zich altijd in de juiste positie.
(afb. 4G)
2. Met de gespen O aan de zijkanten van het voorpaneel
kunt u de lengte van het paneel aanpassen aan de
werkelijke lengte van het kind. (afb. 4L)
3. De gespen P aan de uiteinden van de schouderband
regelen de hoogte van het paneel, zodat het kind altijd in de
juiste positie ten opzichte van de ouder is geplaatst. (afb.4H)
4. De elastische band Q heeft knoopsgaten en knopen.
Hiermee kan de bovenkant van het paneel, die als
ondersteuning dient voor het hoofdje en de nek van het
kind, worden afgesteld. (afb. 4I)
HET KIND UIT DE DRAAGZAK HALEN
WAARSCHUWING: het is raadzaam om deze handelingen
zittend uit te voeren.
5. Ondersteun het kind goed, maak de gesp voor borstbeen/
schouderblad K (afb. 5A) los, doe de schouderbanden
B (afb. 5B) af en maak de knopen van het zitje (afb. 5C)
los alvorens het kind uit te nemen. Maak dan pas de
buikgesp G los.
POSITIE OP DE RUG VAN DE OUDER
WAARSCHUWING: Doe de draagzak altijd om voordat u
het kind erin zet.
HOE DE DRAAGZAK OM TE DOEN
Maak de buikband F vast (afb. 1A) en stel de lengte ervan af
met de gesp G (afb. 1B).
WAARSCHUWING: Vergrendel de gesp door hem door
het elastiekje H te steken (afb. 1C).
Maak beide schouderriemen vast met hun gespen J (afb. 2).
HET KIND IN DE DRAAGZAK PLAATSEN
Met onderstaande aanwijzingen kan het kind zonder de
hulp van een tweede volwassene in de draagzak worden
geplaatst om op rug van de ouder te worden gedragen.
WAARSCHUWING: Het is raadzaam om te zitten terwijl
u het kind in de draagzak plaatst, zodat onverwachte
bewegingen van het kind niet tot problemen leiden.
WAARSCHUWING: Alvorens het kind in de draagzak te
zetten controleert u of u alle eerdere handelingen correct
heeft uitgevoerd.
WAARSCHUWING: Ondersteun het kind stevig, terwijl u
deze handeling verricht.
Plaats het kind op de zitting (afb. 3A) en maak het zitje E vast
met de bijbehorende knopen. Stel het zitje af op de bouw
van het kind, zodat het nooit te strak of te los zit. (afb. 3B).
WAARSCHUWING: Het is handig om te controleren of de
onderdelen N, O, P, Q in afbeelding C correct zijn afgesteld
voordat u de draagzak omdoet, zoals beschreven in de
paragraaf "DE DRAAGZAK AFSTELLEN".
Doe de draagzak om door de schouderriemen B om te
doen (afb. 4A).
HET KIND OP DE RUG PLAATSEN
6. Haal voorzichtig de rechterarm uit de schouderband.
Ondersteun het kind hierbij van de buitenkant met de
linkerarm (afb. 6A); begin met beide handen de draagzak
richting de rechterzij te draaien.
Ondersteun het kind goed met de rechterarm en haal ook
de linkerarm uit de schouderband. (afb.6B)
Breng uw linkerarm achter de rug en pak de dichtstbijzijnde
schouderband vast. Schuif uw arm in de band terwijl u de
40