8.3
REINIGING VAN DE MACHINE
Reinig de machine steeds na gebruik. Neem de
volgende instructies in acht bij het reinigen:
• Schakel de motor uit.
• Verwijder de batterij uit zijn huizing.
• Laat de sneeuwruimer afkoelen.
• Maak de machine na gebruik altijd schoon met een
schone, vochtige doek gedrenkt in een neutraal
schoonmaakmiddel.
• Verwijder eventuele sporen van vocht met een
zachte, droge doek. Vochtigheid kan aanleiding
geven tot het risico van een elektrische schok.
• Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen
of oplosmiddelen om plastic onderdelen of
handgrepen schoon te maken.
• Gebruik geen waterstralen en vermijd de motor en
de elektrische onderdelen nat te maken.
• Om oververhitting en schade aan de motor of
batterij te voorkomen, moet u er altijd voor zorgen
dat de koelluchtinlaatroosters schoon en vrij van
vuil zijn.
8.4
MOEREN EN SCHROEVEN
VOOR BEVESTIGING
• Houd de schroeven en moeren goed vastgedraaid,
om er zeker van te zijn dat de machine altijd veilig
werkt
• Controleer regelmatig of de handgrepen goed
vastzitten.
9. STALLING
9.1
STALLING VAN DE MACHINE
Wanneer de machine gestald moet worden:
1. Haal de accu uit zijn zitting en laad hem op; (par.
7.2.2).
2. Wacht tot de motor voldoende afgekoeld is;
3. Reinig de machine (par. 7.3).
4. Controleer of er geen onderdelen los of
beschadigd zijn. Vervang, indien nodig, de
beschadigde onderdelen en klem eventueel
schroeven en moeren die losgekomen zijn weer
vast of neem contact op met het geautoriseerde
dienstencentrum.
5. Berg de machine op:
– in een droge ruimte
– beschermd tegen slechte
weersomstandigheden
– buiten bereik van kinderen.
– na zich ervan verzekerd te hebben de sleutels
of werktuigen die voor het onderhoud gebruikt
werden, verwijderd te hebben.
9.2
STALLING VAN DE ACCU
De accu moet steeds in omgevingen met een
temperatuur tussen + 7 °C en + 40 °C.
Bij opslag van de machine in omgevingen waar deze
limieten mogelijk kunnen overschreden worden,
raadt men aan de accu te verwijderen en op een
geschikte plaats op te bergen.
OPMERKING In geval van langdurig niet-gebruik,
moet men de accu om de twee maanden opladen, om
de duur ervan te verlengen.
10. HANTERING EN TRANSPORT
Telkens wanneer de machine verplaatst of vervoerd
moet worden, is het noodzakelijk:
– de machine stil te zetten.
– Draag stevige werkhandschoenen.
– Zorg ervoor dat alle bewegende delen volledig tot
stilstand zijn gekomen.
– Haal de accu uit zijn zitting.
– Houd de machine alleen vast aan de handgrepen
– U ervan te verzekeren dat de bewegingen van de
machine geen schade of letsels veroorzaken.
11. ASSISTENTIE EN HERSTELLINGEN
Deze handleiding verstrekt alle gegevens die u
nodig hebt om de machine te kunnen gebruiken
en om er op de juiste manier eenvoudige
onderhoudswerkzaamheden
verrichten, die de gebruiker zelf kan uitvoeren.
Alle afstellingen en onderhoudshandelingen die
niet beschreven zijn in deze handleiding moeten
uitgevoerd worden door uw Verkoper of in een
gespecialiseerd Centrum dat beschikt over de nodige
kennis en uitrustingen om de werken correct uit te
voeren, met respect voor het oorspronkelijk niveau
van veiligheid van de machine.
Handelingen die in niet geschikte structuren of door
onbekwame personen uitgevoerd werden, doen
elke vorm van garantie en alle verplichtingen of
aansprakelijkheid van de Fabrikant vervallen.
• Niet originele wisselstukken en toebehoren
zijn niet goedgekeurd, het gebruik van niet
originele wisselstukken en toebehoren
leidt tot verval van de garantie.
• De originele wisselstukken worden
geleverd door de geautoriseerde
dienstencentra en wederverkopers.
12. GARANTIEDEKKING
De garantiedekking is enkel bestemd voor de
consumenten, d.w.z. niet professionele bedieners.
NL - 12
aan
te
kunnen