Télécharger Imprimer la page

ST SH 500 Li 48 Serie Manuel D'utilisation page 252

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 156
7.1.2
Gebruik van het harnas/gordel
Het harnas moet aangedaan worden voordat
de machine in het juiste hulpstuk wordt gehaakt
(Afb.8A-8B) en de riem moet aan de lengte en
lichaamsbouw van de bediener worden aangepast.
7.2
VEILIGHEIDSCONTROLES
Voer steeds de veiligheidscontroles uit
vooraleer de machine te gebruiken.
7.2.1
Algemene
werking rotor
Object
Druk op de ontgrendelknop
(Afb. 7.B.).
Druk op de starthendel
Rijtest
Laat de starthendel los.
Indien eender welke van deze resultaten
verschilt van wat aangegeven is in de volgende
tabel, mag de machine niet gebruikt worden!
Breng de machine naar een dienstcentrum voor
de nodige controles en herstelling.
7.3
STARTEN
Wanneer de sneeuwruimer opgestart wordt,
begint de rotor te draaien. Houd de personen op
veiligheidsafstand en controleer of de rotor niet
tegen stenen of voorwerpen stoot, die zouden
kunnen weggeschoten worden.
1. Open het luikje voor toegang tot de accuholte
(Afb. 9.A), plaats de accu in zijn zitting door deze
er stevig in te duwen tot u de "klik" hoort die de
accu in zijn positie blokkeert en het elektrisch
contact verzekert (Afb. 9.B).
2. Druk op de contactknop (Afb. 6.A) en vervolgens
op de start- en ontgrendelhendel (Afb.7.A-7.B).
Indien de rotor geblokkeerd is, mag men
niet proberen de motor in werking te zetten.
De machine is voorzien van een automatische
beveiliging van de motor; wanneer deze
beveiliging ingeschakeld is, moet men enkele
seconden wachten alvorens de machine weer op
te starten.
veiligheidscontrole
Resultaat
De motor start en de
rotor begint te draaien.
Geen abnormale trillingen.
Geen abnormaal geluid.
De motor en de rotor
vallen onmiddellijk stil.
OPMERKING
contactknop de hendels 7.A - 7.B niet binnen 10
sec. worden geactiveerd, schakelt de machine
automatisch uit.
7.4
BEDRIJF
Ga vooruit en verwijder de sneeuw.
Tijdens het werken moet de machine altijd
stevig aan de handgrepen worden vastgehouden.
Stop
werkzaamheden uit te voeren om de blokkeringen
te vermijden.
en
OPMERKING Tijdens het werk, is de accu
tegen volledige ontlading beschermd door een
beschermingssysteem dat de machine uitschakelt en
de werking ervan blokkeert.
7.5
STOPPEN
Om de machine te stoppen:
• Laat de bedieningshendel los (Afb. 7.A) tegelijkertijd
ingedrukt worden.
• Deactiveer de AAN / UIT-knop (licht uit) (Afb. 6.A).
7.6
SUGGESTIES VOOR HET GEBRUIK
• De sneeuw wordt efficiënter verwijdert wanneer
deze nog vers is. Ga nogmaals over reeds
gereinigde zones om de sneeuwresten te
verwijderen.
• Spuit de sneeuw, indien mogelijk, in de richting van
de wind. Controleer de afstand en de richting van
de weggeschoten sneeuw.
• Na het werk, het werktuig enkele seconden aan
laten staan om ijsvorming te voorkomen.
7.6.1
Droge en normale sneeuw.
Sneeuw met dikte tot 20 cm kan snel verwijderd
worden aan een gelijkmatige snelheid. In geval
van diepere of opgehoopte sneeuw, moet men de
snelheid verminderen en de machine aan haar ritme
laten werken.
7.6.2
Natte en compacte sneeuw.
Ga langzaam vooruit. Vermijd het onderste mes te
gebruiken om compacte sneeuw en ijs te verwijderen.
NL - 10
Als na het indrukken van de
de
motor
steeds
alvorens

Publicité

loading